Fatima Aboulouafa, oud teamchef van de politie in Leiden, zou volgens de Haagse rechtbank terecht zijn ontslagen wegens ‘een verstoorde werkrelatie’, nadat ze publiekelijk discriminatie binnen de politie aankaartte. Met de uitspraak heeft de rechter geen oog voor de structureel verstoorde arbeidscultuur van racisme en uitsluiting binnen de politie-organisatie zelf, waarin deze ‘verstoorde arbeidsverhouding’ is ontstaan.
Volgens de rechtbank heeft de politie-organisatie zelf ‘geen overwegend aandeel gehad in het ontstaan en het voortbestaan van de verstoorde arbeidsverhouding’. Dit terwijl onlangs de structurele problemen van discriminatie, intimidatie en ontoereikende klachtenprocedures binnen de politie op verschillende manieren zijn aangetoond.
Racisme, discriminatie, wegpesten, weggepromoveerd of… ontslag
Zo maakte 2doc met De Blauwe Familie (23 mei 2022) inzichtelijk hoe ‘politiemensen die melding maken van racisme en discriminatie weinig verandering zien op de werkvloer. Slachtoffers worden weggepest, weggepromoveerd of ontslagen. Inclusiviteit wordt door de korpsleiding met de mond beleden, maar de praktijk is anders.’ Naar aanleiding hiervan erkent de korpsleiding van de politie zelf (8 juni 2022) ook deze structurele problemen binnen de politie-organisatie.
‘Interne politiecultuur sluit uit en is niet veilig’
In dezelfde maand (juni 2022) publiceert de commissie van de Eerste Kamer ook een onderzoek naar antidiscriminatiewetgeving. Eén van de vier deelrapporten ging in z’n geheel over de politie. Volgens de commissie worden zowel etnisch profileren als discriminatie op de werkvloer ‘veroorzaakt en in stand gehouden door onduidelijke normstelling, (gebrek aan) leiderschap en professionalisering, een (uitsluitende) politiecultuur en (ontoereikende) klachtprocedures’. Eén van de adviezen zet in op een integrale aanpak ter bevordering van ‘een veilige en inclusieve werkvloer’.
Onderdeel van het probleem
Fatima Aboulouafa klaagde in 2019 deze problemen binnen de politie aan. De politie dient op te treden en in te grijpen tegen onrecht, dit is precies wat Fatima Aboulouafa deed. Vanuit de politie kreeg ze ontslag. Ondertussen kreeg zij vanuit allerlei kanten en onderzoeken gelijk, maar nu niet van de rechter. De hardnekkigheid van racisme bij de politie, naar binnen en naar buiten, en de haast onmogelijke aanpak hiervan, wordt nu door de rechter eens te meer bevestigd. De rechter heeft niet het onrecht binnen de politie veroordeeld, maar het slachtoffer ervan. Dit maakt deze uitspraak onderdeel van dit ongrijpbare monster van een probleem. De klokkenluider had, volgens de rechter, kunnen weten dat de problemen over racisme die zij aankaartte, zouden leiden tot onrust. ‘Een redenering in de trant van: als je een kort rokje aantrekt, dan vraag je erom verkracht te worden,’ merkte Johan Fretz terecht hierover op in het Parool.
Wordt vervolgd
Aboulouafa en haar advocaat beraden zich op een vervolg en eventueel Hoger Beroep. De rechtspraak in deze zaak raakt niet alleen aan het recht van Aboulouafa, maar aan dat van de toekomst van de samenleving en politie als geheel. De politie kan haar taak, zowel agenten binnen de organisatie, als in de samenleving, op deze manier niet naar behoren vervullen. Het racistisch optreden heeft tot gevolg dat de politie onrechtmatig optreedt in situaties die onze veiligheid raken, in de samenleving en binnen de politie. Het ontslag van Aboulouafa is daar een symptoom van.
Een ieder dient een goede uitkomst van dit rechtsproces met alles wat in zijn of haar vermogen ligt te steunen. Wordt vervolgd.