– Ministerie voor Geloof- & Menswaardigheid
Dit nieuwe ministerie stelt de Geloof- & Menswaardigheid van et regeringsbeleid centraal en fungeert als een natuurlijke tegenhanger van het ministerie van Financien. Waar het Ministerie van Financien de betaalbaarheid van beleid controleert, daar ziet dit ministerie in al het beleid toe op de mens- en geloofwaardigheid van het beleid. De kerntaak van dit ministerie is het waarborgen van mensenrechten, vrijheden en het bewaken van de kerndoelen in elk beleidsveld, zoals het recht op gelijke behandeling, vrijheid van godsdienst, recht op een behoorlijke levensstandaard, onderwijs en cultuur. Zodat de mens en de idealen in wet en regelgeving centraal staan, niet het geld, En zodat het beleid dient waarvoor het is bedoeld en er door financiele begrotingsdruk, economische belangen of populisme geen doelverschuiving plaats vindt – met zowel mensonwaardige als ongeloofwaardige beleidskeuzes en – uitkomsten als gevolg. Voor een overheid die niet in dienst staat van de markt of macht, maar burgers en mensenrechten dient. Waar de Ombudsman of het College voor de Rechten van de Mens dienen als externe waakhond, daar dient dit Ministerie voor Mens- & Geloofwaardigheid als een interne waakhond die toezicht houdt op alle ministeries. Dit waarborgt de menselijk maat in het beleid, in wetten en regelgeving en geeft burgers vertrouwen in een geloofwaardige overheid.

– Recht op gebed en bezinning in wetgeving en cao’s.
Het probleem van overwerkte professionals in tal van sectoren, vraagt om meer tijd en ruimte voor rust en bezinning op werk. Het recht op gebed en bezinning op werk dient expliciet vastgelegd te worden in de wetgeving en cao’s tussen werkgevers en -nemers (zoals dat bijvoorbeeld ook is geregeld voor kolven en kolfruimtes) en dient ook in de praktijk gewaarborgd te worden als werknemers hier aanspraak op wensen te maken. Zo garanderen de samenleving en de werkgever dat er voldoende tijd en
ruimte is voor rust, gebed en bezinning op de werkvloer, wat tegelijkertijd ook de zin in het werken en de kwaliteit
van de resultaten ten goede zal komen. (Meer over de zin en waardigheid van het werk zelf is te vinden bij Talent en
Welvaart). Pop-up stilteruimtes in (winkel)centra. Creëer juist ook in het winkelcentrum, epicentrum van het consumentisme, oases van rust en dankbaarheid. De (on)betaalbaarheid hiervan lossen we op door in samenwerking met winkeliers
en corporaties gebruik te maken van {tijdelijk) leegstaande winkelpanden.

– Minder reclame.
De publieke ruimte – waaronder treinstations en het ov – wordt steeds meer opgevuld met reclame voor consumptie. Deze reclames werken ongeluk en ondankbaarheid in de hand door constant te benadrukken watje (nog) niet hebt en zou moeten willen hebben. Daarom is NIDA een voorstander van meer restricties op reclame in de buitenruimte. De borden en videoschermen in de publieke ruimte en het openbaar vervoer die daardoor vrijkomen, kunnen worden gebruikt voor positieve campagnes. We delen inspirerende en ontroerende verhalen en levenslessen van Nederlanders in al hun veelkleurigheid, van bijzonder tot alledaags. Zo creëren we nieuwe verbindingen.

– Verbind levensbeschouwelijke organisaties aan transities in zorg en welzijn.
Het maatschappelijk middenveld, waartoe ook levensbeschouwelijke organisaties behoren, speelt een sleutelrol in de transities in zorg en welzijn. Kerkelijke structuren worden minimaal ingezet en overige levensbeschouwelijke structuren, zoals moskeeën, vrijwel niet. Met de juiste ondersteuning, kennis en vaardigheden, kunnen levensbeschouwelijke organisaties het Rijk en gemeenten een hoop zorg besparen, een sleutelrol vervullen en de kwaliteit van de zorg aanmerkelijk verrijken zonder dat dit tot verdere overheidsbesparingen leidt. Zowel de professionele zorg- als de mantelzorg raken nu overbelast, terwijl veel mensen die
op zulke zorg zijn aangewezen zich niet gehoord of gezien voelen. De stevige wortels van levensbeschouwelijke organisaties kunnen fungeren als een schakel tussen burger, overheid en zorg – tussen hulpvraag en aanbod. (Meer over cultuur- en religiesensitieve zorg is te vinden bij: Zorg voor elkaar)

– Wereldreligies & Levensbeschouwing: examenvak voor iedereen.
Alle leerlingen ontwikkelen gedurende hun middelbareschooltijd een portfolio. Dit heeft de vorm van een werkstuk waarin zij op hun eigen creatieve wijze hun kijk op het leven ontwikkelen en daar uitdrukking aan geven. Het portfolio dient niet enkel te worden beoordeeld op de kennis die de leerling heeft opgedaan met betrekking tot de diversiteit aan wereldreligies en
levensbeschouwingen, maar vooral ook oog te hebben voor de actieve, zelfstandige ontwikkeling en vorming van zijn of haar eigen levensvisie.

– Voor pluriform onderwijs.
NIDA onderschrijft de meerwaarde van pluriformiteit en diversiteit van levensbeschouwelijke grondslagen in het onderwijs. NIDA
koestert Art. 23 GW voor Onderwijsvrijheid. De overheid dient zich terughoudend op te stellen ten aanzien van de godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid van scholen.

– Voor een pluriform omroepbestel.
NIDA onderschrijft de meerwaarde van pluriformiteit en diversiteit van levensbeschouwelijke grondslagen in het omroepbestel (meer hierover is te vinden bij: Cultuur).

– Vrijheid van religie: van jongensbesnijdenis tot spijswetten
(van Halal tot Koosjer). NIDA koestert de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging. De politieke drang om bepaalde
religieuze keuzes onmogelijk te maken rukt steeds verder op. De vrijheid en ruimte voor spijswetten, zoals de voorschriften voor
halal en koosjer voedselbereiding, wordt steeds verder aangetast. NIDA verzet zich tegen de groeiende druk om de kopschot, elektrocutie of vergassing van dieren verplicht te stellen. Ook de politieke roep op een verbod op jongensbesnijdenis klinkt steeds luider. NIDA staat voor godsdienstvrijheid. Dit soort keuzes dient een overheid niet op te leggen en ook niet onmogelijk te maken

– Verbod op godslastering.
NIDA staat voor de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om een kritisch inhoudelijk debat te voeren. Met respect voor elkaar. Ethische grenzen in de wet mogen niet verworden tot dode letters (zoals het verbod op belediging, smaad, laster, opruiing, aanzetten tot haat en discriminatie). Deze ethische grenzen verliezen in het politiek en maatschappelijk debat steeds meer aan betekenis. Grenzen worden bewust opgezocht en overschreden. In 2013 werd zelfs het verbod op godslastering afgeschaft. NIDA pleit voor een herleving en belichting van deze ethische grenzen. Ook het OM laat nog te vaak aangiften op deze gronden liggen. Het OM dient deze zaken vaker en consequenter op te pakken en aan te pakken, zodat er duidelijke jurisprudentie ontstaat.

– Parlementaire commissie moslimhaat en islamofobie.
Al zeker twintig jaar heerst er een politiek klimaat van islamofobie en moslimhaat in Nederland. Niet alleen door uitgesproken ‘anti-islam partijen’ als de PVV, maar ook – vaak meer subtiel – vanuit het midden en de linkerkant van het politieke spectrum, tot in het regeringsbeleid aan toe. Zo wordt er in het kader van het integratiedebat en -beleid bijvoorbeeld al jaren over ‘gematigde’ moslims gesproken zodra moslims ‘geïntegreerd’ zijn; alsof de islam in essentie een probleem is en een moslim z’n geloof moet afzwakken om erbij te mogen horen. De gevaarlijkste moslims zijn de moslims die zuiver in de leer (‘salafisten’) of politiek actief (‘islamisten’) zijn. Dit verziekte politieke klimaat dienen we grondig tegen het licht te houden en in (historisch) perspectief te plaatsen. In deze parlementaire commissie zijn de Kamerleden/parlementariërs niet de onderzoekers, internationaal verband, anti-moslimhaat-organisaties, de Raad van Europa en/of Amnesty International, die in 2013 al terecht spraken van een racistisch politiek klimaat in Nederland, maar zelf onderwerp van het onderzoek. Het is de hoogste tijd dat bestuurders, politici, politieke partijen en beleidsmakers in alle ernst geconfronteerd worden met een kritische spiegel, waarna de nodige – conclusies worden getrokken. De uitvoering van dit parlementair onderzoek leggen we neer bij anti- islamofobie-experts in internationaal verband, anti-moslimhaat-organisaties, de Raad van Europa en/of Amnesty International, die in 2013 al terecht spraken van een racistisch politiek klimaat in Nederland.

– Raad van State uitgebreid met religie, wetenschap en cultuur.
Om het monopolie van de media(logica) en het economisch denken op de politieke agenda te doorbreken, pleit NIDA voor aanvullende taken voor de Raad van State (RvS). De RvS dient meer bevoegdheden te hebben voor agendering en advies met aanvullende vertegenwoordiging vanuit de wetenschap, levensbeschouwelijke organisaties en de kunst-encultuursector. Met gevraagd en ongevraagd advies en rapportages zet de raad maatschappelijke kwesties op de politieke agenda, daagt politieke partijen uit om visie te tonen, en verrijkt met haar blikveld en logica de politieke agenda, het debat en het beleid.

RvS-Commissie voor Ethiek in Politiek.
Generaties zijn opgegroeid met populistische, stigmatiserende, haat en fake news verspreidende politici. En deze politici worden
er nog voor beloond ook met media-aandacht en stemmen. De Raad van State is het aangewezen orgaan om de nodige ethiek in het politieke debat te bewaken. Aan de RvS de schone taak om aan de hand van de Grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens de kaders voor een minimum aan ethisch politiek handelen te schetsen en toetsen, en waar nodig, bij herhaaldelijk onverantwoord en grensoverschrijdend gedrag, met gepaste sancties op te treden. Een dergelijke sanctie zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een korting op de publieke zendtijd of op partijsubsidies.

– Inclusief uniform voor rechters en agenten.
Het uniform, in welke publieke functie dan ook, dient inclusief te zijn en niemand uit te sluiten op basis van zijn of haar levensbeschouwing. Dat betekent datje in je functie, van rechter tot politieagent, dus ook een keppel, bindi of hoofddoek kunt dragen.

– Ruimtes voor rust en bezinning in het (semi)publieke domein.
Creëer ruimtes voor rust en bezinning in (semi)publieke gebouwen, van de Tweede Kamer tot het gemeenteloket. Niet ergens achteraf in de kelder, maar bij voorkeur in de directe nabijheid van werk- en studieplekken om de ruimte zo toegankelijk mogelijk te maken.

– Koosjer, halal, vegetarische en veganistische eetgelegenheden in de publieke sector.
De overheid is er voor en door haar burgers. Intern overheidsbeleid dient als uitgangspunt te hanteren dat iedereen gebruik moeten kunnen maken van eetgelegenheden binnen de publieke sector.

– Actieve Compassiesteden in heel Nederland.
Rijksbudget voor investering, uitbreiding en een meer actieve rol en invulling van compassiesteden. Verschillende steden in Nederland committeren zich aan het Handvest voor Compassie (waaronder Rotterdam op initiatief van NIDA). Dit wereldwijde initiatief stimuleert dorpen en steden compassie tot grondslag van het samenleven te maken. Het stimuleert zorg voor elkaar, maatschappelijk verantwoord ondernemen, de inclusie van diversiteit en ruimte voor spiritualiteit.

– Educatiecentra en Museum voor Wereldreligies en Levensbeschouwing.
Met één nationaal Museum voor Wereldreligies en Levensbeschouwing, en meerdere educatieve centra (online en offline) verspreid door het land, investeren we in een toegankelijke uitwisseling van de diversiteit aan levensbeschouwingen in land, regio en stad. Dit doen we vanzelfsprekend in samenwerking met diverse levensbeschouwelijke organisaties en voorgangers, sleutelfiguren, scholen en sociaal-culturele instellingen.

– Nationale maand van bezinning en ontmoeting.
Een jaarlijkse maand (die kan elk jaar wisselen naar gelang het thema) die geheel in het teken staat van bezinning en ontmoeting. We creëren tijd en ruimte voor zingeving, verdieping en ontmoeting tussen een diversiteit aan levensbeschouwingen en
hun huizen in Nederland. In schoolklassen en op TV (publieke omroepen), zowel landelijk als stedelijk gecoördineerd, voor
iedereen toegankelijk. Alles in het teken van zingeving en interreligieus/-levensbeschouwelijk begrip, ontmoeting en samenwerking.

– Nationale erkenning van diverse feestdagen in Viering en Herdenking.
Van dodenherdenking tot Keti Koti. Van Kerst en Holi tot het Offerfeest. We dienen ons meer bewust te zijn van de diepere betekenissen van elkaars vieringen en herdenkingen. Wat NIDA betreft, faciliteert de overheid hierin met erkenning, publieke campagnes, in samenwerking met scholen, lokale overheden en bijvoorbeeld ov-bedrijven die gratis openbaar vervoer verzorgen op verschillende feest- en herdenkingsdagen. Daarnaast dient er meer aandacht te worden besteed aan het vieren en herdenken van diverse dagen in de Burgerzaal van de Tweede Kamer.

– Nationale zorgtransitie: zorg zonder markt(t)
marktwerking -> samenwerking | ziekte -> gezondheid | medicijnen -> leefstijl. Er is een transitie in de zorg nodig van symptoombestrijding naar oorzaak en preventie, van medicijnen naar een gezonde leefstijl en van marktwerking naar samenwerking. We hebben een zorgsysteem nodig dat niet meer draait op het behandelen van ziekte, maar op gezondheid. In samenwerking met experts uit alle zorgterreinen dient het Rijk het voortouw te nemen in een Nationale Zorgtransitie zonder markt.

• BabyBox: voor een gezonde en gelijke start van iedere baby.
Geïnspireerd door Fins voorbeeld dient de overheid in samenwerking met welzijnsorganisaties {aanstaande) ouders en pasgeboren baby’s een BabyBox aan te bieden: een stijlvolle doos met een zachte ondergrond die tevens als wiegje dient. De Babybox bevat essentiële producten {van luiers tot gezonde voeding) en toegankelijke informatie over een gezonde zwangerschap, bevalling en opvoeding, vooral in de eerste periode na geboorte. De BabyBox draagt bij aan saamhorigheid en aan een gezonde, gelijke start van iedere baby.

• Nationaal Zorgfonds.
Voortvloeiend uit de Nationale Zorgtransitie sluit NIDA aan bij het initiatief voor een Nationaal Zorg fonds, zodat iedereen
in Nederland toegang heeft tot een betaalbare zorgverzekering. Zonder eigen risico, zonder kwaliteit- en geldverslindende concurrentie, en zonder marktwerking tussen zorgverzekeraars. Voor meer zekerheid op betaalbare zorg.

• Medicijnontwikkeling door overheid.
De ontwikkeling, productie en verkoop van medicijnen is nu in handen van de markt. Commerciële partijen maken de dienst uit in de publieke gezondheidszorg. De overheid, zowel op landelijk niveau als in Europees verband, dient dit naar zich toe te trekken om de veiligheid en betaalbaarheid van medicijnen te garanderen.

• Voorkomen is beter dan genezen.
Er moet meer geld beschikbaar komen voor preventieve gezondheid. Terwijl de zorgkosten elk jaar stijgen, daalt de investering in preventie. Het loont om meer in te zetten op preventie. Daarbij moet ingezet worden op primaire/collectieve preventie om te voorkomen dat mensen ziek worden. Nu wordt er nog te vaak ingezet op secundaire preventie, om te voorkomen dat mensen met een aandoening meer klachten krijgen. Een voorbeeld hiervan is de landelijke agenda suïcide preventie, waarbij nauwelijks geld is voor de voorkant van de gezondheidzorg, terwijl er veel geld gaat naar secundaire preventie op scholen en nazorg.

Betaalbare, kleinschalige en persoonlijke zorg.
De landelijke en lokale overheden werken vooralsnog vooral samen met de meer gevestigde, grootschalige zorginstellingen. We dienen vernieuwing en meer kleinschalige, persoonlijke zorginitiatieven te faciliteren en stimuleren, bijvoorbeeld via aanbestedingen of garantstellingen in samenwerking met lokale overheden en {waar nodig en mogelijk) ook met filantropen en fondsen.

• Diversiteitsbeleid in de zorg.
Een persoonlijkere benadering in de zorg, oog voor iemands voorkeuren, culturele achtergrond en levensbeschouwing, vraagt om diversiteitsbeleid. Het recht hierop is wettelijk vastgelegd in de zogenoemde ‘diversiteitseis’. De nationale, regionale en lokale overheden dienen hier actief op toe te zien en zorginstellingen hierop te beoordelen, af te rekenen en te selecteren. Van jeugd- tot ouderenzorg, van kraamzorg tot palliatieve zorg en alles daartussen.

• Meer focus en investering in ‘niet-witte’ ziekten zoals sikkelcelziekte en thalassemie.
Het aantal patiënten met sikkelcelziekte in Nederland neemt toe. wereldwijd is het de meest voorkomende erfelijke bloedziekte met 30 miljoen patiënten. Toch is er nog weinig over bekend en worden in veel gevallen de symptomen niet herkend. Het is een voorbeeld van een ziekte die vooral mensen van kleur treft. Mede àoor marktwerking en gebrek aan inclusiviteit
in de zorg en farmac ie wordt een ziekte a ls sikkelcelziekte nog onvoldoende gezien, erkend en op ingezet. Dit in tegenstelling tot een vergelijkbare witte tegenhanger als taaislijmziekte, waar meer dan tien keer zo geld beschikbaar is voor onderzoek. NIDA zet zich in voor meer aandacht, onderzoek en medicijnontwikkeling voor deze ziektes.

• Toegankelijke zorg zonder taalbarrière.
Het niet (volledig) beheersen van de Nederlandse taal mag geen factor spelen bij de toegankelijkheid van de zorg. We treffen de voorzieningen die hiervoor nodig zijn.

• Inzet van kerken en moskeeën in mantelzorgstructuren.
De rol van levensbeschouwelijke organisaties in de zorg is onmisbaar. Het gemeenschapsgeld voor de ondersteuning en coördinatie van vrijwilligers en mantelzorgers dienen we niet alleen vanuit kerken, maar evenzogoed ook vanuit andere levensbeschouwelijke organisatiestructuren aan te wenden.

• Mantelzorgvoordelen en afschaffing van de ‘mantelzorgboete’/kostendelersnorm.
Samen met lokale overheden werken we aan mantelzorgvoordelen met betrekking tot bijvoorbeeld het gebruik van openbaar vervoer, parkeerkosten en dagjes-uit.

• Ouderschapsverlof.
NIDA staat voor een uitbreiding van het ouderschapsverlof tot ten minste zes maanden, zoals dat in Scandinavische landen het geval is. Het verlof kan door de ouders onderling worden verdeeld.

• Menstruatieproducten gratis.
In buurlanden als Groot-Brittannië blijkt dat ongeveer 10% van de meisjes en jonge vrouwen zich geen menstruatieproducten kan veroorloven. In Schotland worden menstruatieproducten nu gratis beschikbaar gesteld. In Nederland is ‘menstruatie-armoede’ een erkend probleem, maar het ontbreekt aan inzicht en een gerichte aanpak om deze kwestie op te lossen. Samen bannen we ook deze vorm van armoede uit.

• Groente en fruit belastingvrij en suikertaks op ongezonde suikers.
Waarom zou je gezond eten als groente en fruit belasten? En waarom zou je juist ongezond eten niet extra belasten? De impact van gezond en ongezond eten op de volksgezondheid en de zorg is gigantisch. Alle reden om gezond eten te stimuleren en goedkoper te maken en ongezond eten te belasten en ontmoedigen.

– Alcoholvrije reclame, beperkte beschikbaarheid en hogere accijnsprijzen op alcohol.
Gezondheidsorganisaties wijzen ons in het Alcoholmanifest op de immense schade van verslavende middelen zoals alcohol op onze gezondheid, ontwikkeling, relaties, openbare orde en het verkeer. Een actieve uitvoering van het Alcoholmanifest is nodig langs drie lijnen: 1) het tegengaan van promotie (geen reclame voor alcohol, net zoals dat voor tabak geldt); 2) het beperken van beschikbaarheid (geen verkoop van alcohol in de supermarkt en stimulering van alcoholvrije horeca en uitgaansmogelijkheden); en 3) verhoging van de prijs (verhoogde accijns waarvan we de opbrengst investeren in slachtofferhulp, (verslavings)zorg en gezondheid).

• Restricties op lachgas.
Recreatief gebruik van lachgas is om te huilen als het de gezondheid, talent en milieu betreft. Er dienen restricties opgelegd te worden aan de verkoop en het gebruik van lachgas om recreatief gebruik ervan – zoals nu een hype is onder jongeren en jongvolwassenen – de kop in te drukken.

• Geestelijke Gezondheidszorg.
De wachtlijsten in de GGZ nemen alsmaar toe. Het is daarom belangrijk om de financiële en
administratieve druk op de GGZ te verminderen. Geen ingewikkelde combinaties van diagnoses en behandeling, maar een vergoeding op basis van daadwerkelijke kosten. Investering en regionale regie is nodig op het gebied van gespecialiseerde, complexe en acute behandelingen.

• Pluriformiteit in medisch-ethische adviescommissies.
De overheid kent verschillende instanties om nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ethiek, gezondheid en beleid te signaleren en hierover te informeren (zoals de Commissie Ethiek & Recht van de Gezondheidsraad en het Centrum voor Ethiek en Gezondheid). In deze instanties ontbreekt het vooralsnog aan structurele betrokkenheid, inzicht en de inclusie van een diversiteit aan religieuze opvattingen rondom medisch-ethische kwesties. We investeren in deze organen voor de nodige verbreding, pluriformiteit en inclusie, om belangrijke ethische overwegingen te kunnen maken op basis van een diversiteit aan opvattingen. De inzichten en informatie zijn relevant voor zowel beleidsvorming als voor het brede publiek. Daarom is het belangrijk dat de informatievoorziening zo toegankelijk mogelijk is.

• Beperking wekengrens voor abortus tot levensvatbaarheid.
Op dit moment is het in Nederland nog mogelijk om een ongeboren kind dat al levensvatbaar is te aborteren. NIDA is voor een beperking van de wettelijke wekengrens voor abortus tot uiterlijk het moment van levensvatbaarheid. Uitsluitend in levensbedreigende situaties kan hiervan afgeweken worden.

• Ondersteuning in de vorm van kennis, expertise en middelen bij medisch-ethische keuzes.
Ondersteuning aan (jonge) ouders – en (alleenstaande) moeders in het bijzonder om zelf een vrije keuze en ethische afweging te maken. NIDA koestert in dit kader de wettelijke bedenktijd van vijf dagen. NIDA staat voor de nodige sociaaleconomische ondersteuning aan moeders in armoede, zodat armoede nooit een reden voor abortus kan, mag en zal zijn.

• Hulpverlening met name gericht op de hulpvraag achter ‘een voltooid leven’.
In het politieke en maatschappelijke debat over actieve levensbeëindiging bij een ‘voltooid leven’ is wat NIDA betreft nog veel verbetering te behalen bij de achterliggende hulpvragen. Ondersteuning bij zulke hulpvragen leidt tot betere zorg en kwaliteit van leven.

• Registratie orgaandonatie: eigenkeuze stimuleren, niet dicteren.
NIDA is geen voorstander van de actieve donorregistratie in de huidige vorm, waarbij de overheid een keuze maakt voor de burger. NIDA is wel voorstander van het aandringen op het maken van een eigenkeuze voor orgaandonatie in het donorregistratiesysteem. Dit zou kunnen plaatsvinden tijdens contactmomenten tussen overheid en burger (zoals bij het aanvragen en ophalen van rijbewijs/paspoort).

• Faciliteren van diversiteit aan begraafplaatsen, natuurlijk en religieus.
De diversiteit aan (geboren en geworden) Nederlanders vraagt ook om een diversiteit aan begraafplaatsen, waar nodig en mogelijk gefaciliteerd door de overheid. Zo is er een tekort aan islamitische begraafplaatsen (met de nodige faciliteiten voor riten en
eeuwige grafrust). Evenzo is er een gebrek aan faciliteiten voor Hindoe-uitvaartrituelen en natuurbegraafplaatsen. Steden en regio’s waarin dit niet goed is geregeld, dienen door het Rijk gestimuleerd en ondersteund te worden.

• SOCIALE DUURZAAMHEIDSTRANSITIE. De huidige
duurzaamheidsmaatregelen leiden tot energie- en
vervoersarmoede en vergroten de kloof tussen arm en rijk.
Lagere inkomens dragen relatief meer bij aan de
duurzaamheidstransitie en profiteren er minder van. Hogere
inkomens dragen daarentegen relatief minder bij en profiteren
meer. Alle duurzaamheidsmaatregelen dienen hierop te worden
doorgelicht, hervormd en socialer gemaakt. Zodat de minima de
minste lasten dragen en het meest profiteren van de
duurzaamheidstransitie. Van een betaalbare, schone
energierekening tot veel goedkoper en zelfs gratis openbaar
vervoer.
• Belasting op vervuiling en verspilling; beloning voor
hergebruik. De schadelijke gevolgen voor de natuur en de
(volks)gezondheid van het verbruik van grondstoffen, voeding
en producten moeten volgens NIDA worden doorbelast in
verbruik, vervuiling en verspilling. Deze belasting moet dan wel
progressief worden ingevuld. Dat wil zeggen, geen generieke
belastingen op energie- en vervoersverbruik. Generieke auto- of
energiebelastingen raken mensen met weinig inkomen en vermogen namelijk buitenproportioneel hard en werken energieen vervoersarmoede in de hand. We dienen te belasten op een
manier waarbij minimaal en zuinig energieverbruik niet méér
wordt belast en er vooral wordt ingezet op het belasten van
buitenproportioneel verbruik, verspilling en vervuiling. Daarbij
zou de focus met name moeten liggen op de industrie en het
bedrijfsleven (die het grootste aandeel hebben in vervuiling en de
uitstoot van C02), in plaats van op burgers.
• Sociaal verduurzamen tegen energie- en vervoersarmoede. Zie
VERVOER voor een toelichting op maatregelen als goedkoop en
gratis openbaar vervoer. VliegTaks op zakenreizen, niet op
familiebezoek en een aaneenschakeling van het Europese
treinnetwerk.
• Fossielvrij: naar zon, wind, water en aarde. We investeren op alle
mogelijke manieren in de omslag van fossiele brandstoffen naar
schone, natuurlijke energiebronnen. We sluiten de kolencentrales
en investeren in windparken (o.a. op de Maasvlakte), zonneenergie (op daken en snelwegen), aardwarmte en energie uit
water. Pensioenfondsen (te beginnen bij het ABP, het
pensioenfonds voor overheid en onderwijs) dienen als geen ander
te investeren in een duurzame, gezonde en fossielvrije toekomst.
• Duurzaam draagvlak. Windmolens enkel in onbewoonde
gebieden (bedrijventerreinen, havens, op zee en langs wegen) op
ruime afstand van bewoond gebieden. In bewoonde gebieden
zetten we in op schone energiebronnen zoals zonne-energie en
aardwarmte die vrij zijn van geluids- en andere overlast. De
omslag zal zo veel mogelijk decentraal plaatsvinden en bijdragen
aan de democratisering van het energiebeleid en de
energieproductie, onder meer door het stimuleren van
energiecoöperaties in handen van burgers en
bewonersorganisaties.

• Kritisch en open onderzoek kernenergie (thorium). Wat is de potentiële
schade, bijdrage en noodzaak van kernenergie (thorium) in de
duurzaamheidtransitie? Hoe verhoudt dit zich tot energie uit wind, water, zon
en aarde? Dit moet op landelijk en Europees niveau grondig en kritisch worden
onderzocht, zonder een open houding te verliezen en meegenomen worden in
de keuzes voor (des)investeringsprogramma’s.
• Fossielvrije reclame. Reclame voor sigaretten is verboden vanwege de schade
ervan voor de volksgezondheid. Wat te denken van de schade van de fossiele
industrie voor mens en natuur? Fossiele reclame (voor de kolen-, gas- en olieindustrieën) misleidt en verleidt om te kiezen voor vervuiling in plaats van
schone energie. Daarom is een verbod op fossiele reclame essentieel.
• Schone lucht (vrij van kolen, fijnstof en C02). Vervuilde lucht raakt doorgaans
vooral de gezondheid in armere wijken. Wij sluiten een pact met Milieudefensie
voor hoogwaardige gezonde lucht. Dit betekent dus ook strengere eisen aan
uitstoot en strengere controle. Voor schone lucht 1) beperken we zo veel als
mogelijk vervuilend autoverkeer, 2) investeren we in toegankelijk, betaalbaar
en zelfs gratis ov, 3) transformeren we de fossiele industrie (sluiting
kolencentrales) naar een industrie die op schone energie draait (aarde-, water-
‘ wind- en zonne-energie), 4) bouwen we de kolenoverslag in de havens
geleidelijk af, en 5) investeren we in C02-hergebruik voor C02-opvang onder de
grond. Dit alles vergt een strikte handhaving van de Wet Milieubeheer.
• Duurzaam aandeelhouderschap. Het aandeelhouderschap van Nederland in
welk bedrijf dan ook wordt actief, duurzaam en sociaal ingevuld. Niet de
financiële winst is leidend, maar een zo sociaal, duurzaam en inclusief
mogelijke bedrijfsvoering, maatschappelijk belang en maatschappelijk
rendement.
• Duurzaam, fossielvrij en energieneutraal bouwen. We stellen als overheid de
hoogst haalbare duurzaamheidseisen aan lokale overheden,
woningcorporaties en projectontwikkelaars met betrekking tot de nieuwbouw
van energieneutrale, gasvrije, doch betaalbare woningen, kantoren en
bedrijven.

• Maatschappelijk verantwoord inkopen. Ethisch en verantwoord
zakendoen, zeker als overheid. We gunnen als overheid enkel opdrachten
aan partijen die actief invulling geven aan het welzijn van mens, dier,
natuur en milieu. Bedrijven die hier of elders bijdragen aan
mensenrechtenschendingen, kinderarbeid, discriminatie, milieuschade,
etc. worden uitgesloten van aanbestedingen en opdrachten. De Grondwet,
de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en de Sustainable
Development Goals van de VN vormen hierbij ons actieve geweten.
• Verbinding met natuurgebieden. Om de verbinding tussen mens en
natuur te herstellen is er ook meer verbinding nodig tussen natuur zelf.
Verbinding tussen natuurgebieden en verbinding tussen mens en natuur
met meer groen en natuur dicht bij huis: van wijktuinen tot een groene
verbinding tussen natuurgebieden.
• Goed boeren, goed eten. We zetten in op een toekomst van de voedselsector
(tuin-, landbouw en veeteelt) waarin de gezondheid en het welzijn van
mens, dier en natuur centraal staan. Niet de economische belangen. Dat
betekent een voorkeur voor kleinschalige veeteeltbedrijven en het
toeroepen van een halt aan de intensieve veehouderij, zoals de
ongebreidelde uitbreiding van geitenfokbedrijven en varkenshouderijen.
Nederland stimuleert biologische landbouw. Deze sector mag geen
roofbouw en verwoesting van bossen en natuur tot gevolg hebben, ook niet
elders in de wereld.
• Duurzaam en inclusief eten bij evenementen van de publieke sector.
Vleesconsumptie is verantwoordelijk voor bijna de helft van de
broeikasgassen die vrijkomen in de productie van voedsel. Daarnaast is
het zo dat mensen vanwege allerlei redenen geen vlees, vis of kip eten. Om
verduurzaming bij de overheid door te voeren én om inclusief te zijn naar
gasten bij evenementen in de publieke sector zal al het eten op recepties,
vergaderingen en bijeenkomsten in principe vegetarisch zijn. Hiermee
vervult de publieke sector ook een voorbeeldfunctie naar andere bedrijven.
Vlees, vis, kip (inclusief halal en koosjer opties) en veganistische gerechten
dienen beschikbaar te zijn op aanvraag.

• Stadslandbouw en lokale markten. We faciliteren in het meer en
goedkoper ter beschikking stellen van grond voor groene- en
stadslandbouwinitiatieven. We bieden ruimte in de stad voor lokale
markten met verse, biologische en lokaal geteelde voeding.
• Water: bron van leven en Nederland als gidsland. We zetten
landelijk en in Europees verband in op een actieve handhaving van
de Drinkwaterwet, wat een directe impact heeft op het grond- en
rivierwater. Internationaal gezien zet Nederland zich in voor
toegankelijk en schoon drinkwater en deelt wereldwijd de kennis en
expertise die zij heeft met betrekking tot bescherming tegen water.
• Rivieren. Drinkwaterbedrijven kunnen steeds minder water uit de
rivieren gebruiken, omdat de rivieren te zwaar vervuild zijn.
Nieuwe vervuilende stoffen duiken op waarvoor nog geen normen
zijn vast gesteld. Nederland moet in samenwerking met
buurlanden en Europa de nodige normen vaststellen en hier in
gezamenlijkheid op toezien.
• Wijktuinen en biodiversiteit. Met wijktuinen, Tuinen van de Wijk en
binnentuinen brengen we de natuur letterlijk midden in de wijk:
volkstuinen die toegankelijk zijn voor en beheerd worden door
buurtbewoners, leerlingen en organisaties in de wijk – duurzaam,
dus ook blijvend en niet onderhevig aan de steeds verdergaande
gentrificatie. We bieden steden de financiële middelen voor de
uitrol hiervan in versteende wijken en investeren in de coördinatie
door stadstuiniers met een sociaal hart en groene vingers.

• Een rechtsstaat is geen politiestaat.
De obsessie met veiligheid is gevaarlijk in een wereld die radicale verandering nodig heeft. Eenieder dient te wet te respecteren en eenieder moet zich ook door de wet gerespecteerd weten. De gronden waarop mensen worden gefouilleerd en gearresteerd, organisaties en zaken worden gesloten en demonstraties en andere samenkomsten worden verboden, moeten vooraf grondig worden getoetst. Als achteraf blijkt dat hierin fouten zijn gemaakt, dienen hiervoor op zijn minst excuses te worden gemaakt (publiekelijk in het geval van naamschade) en dient eventuele schade waar nodig en mogelijk te worden gecompenseerd.

• Fijn recherchewerk in plaats van een grove en gegeneraliseerde ‘aanpak’.
Rechters en mensenrechtenorganisaties hebben de politie al meerdere keren moeten terugfluiten voor demonstratieverboden, etnisch
profileren bij fouilleeracties en de onterechte sluiting van horecazaken. De tijd, geld en energie die in deze grove, generaliserende aanpak en schijnveiligheid worden gestoken, zijn beter besteed aan gericht recherchewerk, waarin we
prioriteit geven aan de aanpak van drugs- en wapenhandel, mensenhandel (waaronder gedwongen prostitutie), kindermisbruik, geweldsmisdrijven en discriminatie.

• Focus op veelplegers en recidieven.
Het overgrote deel van de criminaliteit wordt gepleegd door een klein groepje veelplegers en recidieven. Een persoons- en systeemgerichte aanpak van veelplegers is nodig. Al tijdens detentie dient ingezet te worden op de nodige
zingeving, hulp bij eventuele psychosociale problemen, schulden, scholing, werk en woning, monitoring van ontwikkeling en betrokkenheid hierbij van de juiste familieleden, vrienden en lotgenoten.

• Onderzoek en aanpak kindermisbruik.
Hoe kan het dat Nederland wereldwijd een koploper is op het gebied van georganiseerd kindermisbruik? Waarom worden zoveel zedendelicten niet eens onderzocht en blijven deze misdaden onvoldoende of zelfs totaal niet bestraft? We lichten de hele (gebrekkige) aanpak hiervan bij Veiligheid en Justitie door en geven alle prioriteit aan de nodige inzet, middelen en
verharde (straf)maatregelen om dit probleem op te lossen.

• Verbinding van straat, school en thuis.
In samenwerking met het onderwijs.jongerenwerk, politie en pedagogen investeren we in
methoden voor ouders en professionals om de mismatch tussen school, straat en thuiscultuur te overbruggen en Ueugd)criminaliteit beter te bestrijden en voorkomen.

• Bijstand voor rechtshulp.
De sociale rechtshulp wordt uitgehold en daarmee ook de rechtsstaat. Ieder mens verdient rechtsbijstand, ook als
je deze niet kunt betalen. We draaien de privatisering van de sociale rechtshulp terug .

• Doorlichting van schadelijke etnische en religieuze bias bij politie en justitie.
In de aanpak van radicalisering en criminaliteit zijn overheid en politiek nog te vaak geneigd het probleem vooral bij ‘de ander’ te zoeken en zich hierop blind te staren. Problemen worden onterecht geëtniceerd of geïslamiseerd. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel waarin een buitenproportionele criminaliteitscijfers. In haar justitiële rol dient de overheid zich, net als Vrouwe Justitia, ge(kleuren)blinddoekt op te stellen. Kleurenblind dus, of het nu gaat om zwarte kousen of witteboordencriminaliteit. Ook van extremisme van links rechts.

• Een divers en inclusief politieapparaat.
De politie dient toegankelijk te zijn voor iedereen. De politie dient op alle niveaus een afspiegeling te zijn van de samenleving. Divers en inclusief. Met een inclusief diversiteitsbeleid bouwen we intern aan intercultureel en
levensbeschouwelijk begrip. Dit omvat in ieder geval ook een inclusief en een inclusieve politiecultuur.

• Inclusief uniform van rechters tot politie.
Neutraliteit (en ook de scheiding van kerk en staat) is niet bedoeld om mensen uit te sluiten, maar om ze te omarmen. Watje sekse, voorkeuren, lengte, geloof of huidskleur ook is – ook al draag je een Keppel, kruisje, bindi of
hoofddoek – iedereen moet voor de politie of als rechter kunnen werken. Deze inclusiviteit en diversiteit stralen we ook uit met een inclusief uniform dat ruimte biedt voor diversiteit.

• Meer diverse, transparante en onafhankelijke klachtencommissie bij politie.
Het ontbreekt vooralsnog aan diversiteit, transparantie en onafhankelijkheid bij de klachtencommissie van de politie. Het is van belang dat de commissie een eigen oordeel met consequenties kan vormen en niet slechts een adviserende rol vervult waarbij nu nog het eindoordeel bij de politiechef ligt. Een klassiek geval van de slager die z’n eigen vlees keurt.

• Herstel van vertrouwen tussen burgers en politie.
Met eenvoudig in te vullen apps monitoren we het politieoptreden op straat. Dit geeft inzicht in wie, waar staande is gehouden, waarom en met welk uiteindelijk doel. Monitoring is nodig om zowel de efficiëntie als de (on)rechtmatigheid (en eventuele discriminatie) van de politie-inzet inzichtelijk te maken en het vertrouwen te vergroten. In het Integrale
Veiligheidsplan stellen we (cijfermatige) doelstellingen vast voor tevredenheid en vertrouwen in de politie. Bovenop de voorgestelde maatregelen organiseren we activiteiten en bijeenkomsten ter verbetering van de relatie tussen politie en burgers. Hierin werken we samen met maatschappelijke organisaties die geworteld zijn in de jongerenculturen en zich richten op het herstel van vertrouwen tussen burger en politie.

• STAATSSECRETARIS EERLIJKE KANSEN:
NIDA is voor de aanstelling van een staatssecretaris die hoofdverantwoordelijk is
voor kansengelijkheid in het onderwijs. Alle onderstaande
voorstellen maken hier deel van uit:

• Extra investering in gelijke kansen op scholen in kansarme wijken.
Middelen voor scholen worden nog te vaak evenredig verdeeld, zonder rekening te houden met allerlei bijkomende uitdagingen voor
scholen en leraren in kansarme wijken. Er moet geïnvesteerd worden in scholen en leraren die zich in wijken bevinden waar leerlingen opgroeien in armoede en ze te kampen hebben met onderwijsachterstanden en uiteenlopende zorg- en hulpvragen.

• Brede scholen van schuldhulp tot zorg.
Om de kansenongelijkheid te bestrijden is het van belang dat scholen hun leerlingen met schuldhulp- of zorg professionals en jongerenwerkers meer systeemgericht kunnen begeleiden. Het is essentieel dat er daarbij oog is voor de omgeving waarin een leerling buiten de school opgroeit, zodat een school met gepaste professionals een kind of jongere (en ouders) kan begeleiden dat opgroeit in armoede, met schulden of als mantelzorger.

• Onderwijsmethodes voor het verbinden van school-, thuis- en straatcultuur.
De mismatch tussen de leefwerelden thuis, op straat en op school vormt een belangrijke oorzaak voor leerproblemen en
fricties tussen leerlingen en docenten. We trainen scholen, docenten, jongerenwerkers en ouders om hiermee om te gaan. Door docenten te voorzien van de inzichten en vaardigheden die hiervoor nodig zijn, wordt een hoop stress en zorg in de klas voorkomen. Dit komt de talentontwikkeling ten goede. Zo voorkomen we uitval van leerlingen en docenten.

• Schuldvrij leren met studiebeurs.
De afschaffing van de studiebeurs was een grandioze misser van de politiek. Het leen-/schuldstelsel heeft de kansenongelijkheid vergroot. We herintroduceren de studiebeurs, inclusief een gratis ov-jaarkaart.

• Meertaligheid als rijkdom.
NIDA ziet het opgroeien in meertaligheid niet als een vorm van achterstand, maar als een verrijking. We stimuleren mogelijkheden voor meertalig onderwijs en extra taalvakken op scholen (inclusief gebarentaal).

• Inzet op assistentie en ouderbetrokkenheid.
We faciliteren teams voor ouderbetrokkenheid in scholen. Ouderbetrokkenheid versterkt de leerprestaties van leerlingen. Bovendien ontlasten we docenten door ze deze taak uit handen te nemen met behulp van een team binnen de school dat de nodige tijd en energie kan steken in alles wat hierbij komt kijken.

• Kleinere klassen.
Voor de tijd en ruimte die noodzakelijk is voor een goede relatie tussen docent en leerling investeren we in kleinere klassen. Dit voorkomt op termijn de uitval en het tekort aan docenten.

• Uitstel van keuzemoment tot 14 jaar.
Het keuzemoment voor kinderen in groep 8 komt nog vaak te vroeg. In het onderwijstraject dienen leerlingen tot ten minste de leeftijd van 14 jaar nog de mogelijkheid te hebben om eenvoudig tussen middelbare schoolopleidingen en -niveaus te kiezen en schakelen.

• Schakelen, stapelen en doorstromen in opleiding(en).
Uit onderzoek blijkt dat het niveauverschil tussen de zeven onderwijsniveaus erg laag is. Voor een betere schakeling en doorstroming tussen (vervolg)opleidingen kunnen de onderwijsniveaus (in samenwerking met het onderwijsveld) beter worden teruggebracht naar vijf. Ook dient het wettelijk tarief behouden te blijven voor het volgen van een tweede opleiding (ook voor hbo- en WO-opleidingen).

• Gezonde duurzame schoolhuisvesting.
Een paar honderd miljoen euro is nodig om de achterstanden in schoolhuisvesting in alleen al een stad als Rotterdam weg te werken. De plannen en (extra) gelden die hiervoor zijn gereserveerd, komen onvoldoende van de grond. Investering in een gezond en duurzaam onderwijsklimaat verdient alle prioriteit. Dit is essentieel voor de werk en leeromgeving van docenten en leerlingen.

• Nationale stagebank.
Met een nationale stagebank maken we de vraag en het aanbod van stageplaatsen voor eenieder inzichtelijk. We verbinden stagiaires (ook die met een rugzakje) en stagebedrijven met elkaar. Op plekken waar er meer vraag dan aanbod is, stimuleren we bedrijven om stagebedrijf te worden.

• Verbind onderwijs-> buurt> cultuur> natuur> sport> zingeving.
We faciliteren onderwijsprogramma’s die de verbinding, gezamenlijke activiteiten en uitwisseling van educatie organiseren tussen scholen en diverse levensbeschouwelijke en cultureel-maatschappelijke organisaties en sportverenigingen. We investeren in sociaalcultureel kapitaal (voor betere schoolprestaties en toekomstperspectief) en ontlasten docenten.

• Pracht van het ambacht.
Vakmanschap, praktijkgericht leren (MBO) en ambacht worden door profeten enorm gewaardeerd. Denk maar eens aan de profeet Jezus die timmerman was. Onterecht worden deze beroepen vandaag de dag vaak ondergewaardeerd ten opzichte van theoretische opleidingen. Van techniek, webdesign tot metselaar. Veel talent komt zo onvoldoende tot z’n recht. NIDA steunt initiatieven vanuit de overheid, het onderwijs en het bedrijfsleven om ambachtsscholen te ontwikkelen waarin jongeren zich gericht
kunnen ontplooien tot meesters van een ambacht waarmee ze direct aan de slag kunnen.

• Van passend onderwijs naar inclusief onderwijs.
NIDA stimuleert aansluiting van scholen bij een platform als de Inlschool voor onderwijs dat erop gericht is leerlingen met een beperking zo te ondersteunen dat ze naar dezelfde school kunnen gaan en in dezelfde klassen/groepen zitten als hun leeftijdsgenoten zonder beperking.

• Gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst.
Begrip van elkaars verleden is nodig voor een gezamenlijke toekomst. Dit vraagt om een onderwijspakket en examinering met aandacht voor de wereldwijde Nederlandse handels-, slavernij-, oorlogs- en migratiegeschiedenis.

• Ethische codes voor onafhankelijk wetenschappelijk onderwijs.
NIDA staat voor ethische codes om belangenverstrengeling met opdrachtgevers en financiers te voorkomen, zoals in het geval van de Erasmus Universiteit Rotterdam en Shell. Dit vergt ook de nodige overheidsfinanciering om de onafhankelijkheid van onderwijsinstellingen te waarborgen.

• Mensenrechtenonderwijs.
We investeren in onderwijsprogramma’s en examinering op mensenrechten, in zowel begrip als vorming.

• Burgerschapsonderwijs: Wereldbegrip en diversiteit.
Hoe ga je om met de ontelbare identiteiten in jezelf en bij de ander? Tot waar reiken je wortels? Waar ligt onze gemeenschappelijke oorsprong? Wat is ons gemeenschappelijke fundament en waar is er ruimte voor diversiteit? Welke ruimte is er voor jezelf en de ander en hoe creëer je die? Hoe kun je ten diepste met elkaar van mening of overtuiging verschillen,
elkaars gebruiken of opvattingen afkeuren, en elkaar toch respecteren? Dit zijn allemaal vragen die in een superdiverse
samenleving als de onze allang deel zouden moeten uitmaken van het onderwijscurriculum. Dat is nog niet het geval en dat moeten we fixen.

• Religie & Levensbeschouwing als examenvak (zie: Geloof > waardigheid).

• Vakken zelfontwikkeling en -ontplooiing.
Onderwijs is meer dan rekenen en taal. Het gaat om het leren ontdekken van jezelf.je talenten en kwaliteiten.

• (Sociale) Mediales op school.
We investeren in onderwijsprogramma’s die leerlingen begeleiden in het begrijpen van en verantwoord
omgaan met (sociale) media.

• Diversiteitseis bij grotere culturele instellingen.
De grotere kunstzinnige en culturele organisaties die in aanmerking komen voor Rijkssubsidies hebben de verantwoordelijkheid zich te wortelen in onze diverse samenleving. Deze culturele organisaties dienen een actief diversiteitsbeleid te voeren en hierop te worden beloond, dan wel afgerekend. Meer diversiteit in personeel, programmering en promotie is nodig voor het
vergroten van het bereik en de toegankelijkheid voor een divers publiek.

• Gratis musea.
We maken dagen in de week of maand mogelijk waarin rijksmusea gratis te bezoeken zijn. Daarnaast stimuleren we rijksmusea om hun kunst aansprekend en zichtbaar te maken in de openbare ruimte voor een breed publiek.

• Roofkunst onvoorwaardelijk terug naar rechtmatige eigenaar.
Dit kan gecombineerd worden met uitwisselingsprogramma’s, zodat we over de hele wereld deelgenoot kunnen worden van elkaars culturen.

• Investeren in culturele initiatieven met een diverse programmering en publiek.
We dienen vooral te investeren in de kleinere vernieuwende initiatieven die een ander, breder en diverser publiek bereiken en die zelf ook vanuit deze diversiteit zijn ontstaan. Met cultuurscouts moeten deze initiatieven beter gescout en geholpen worden om te groeien en bloeien.

• Creatieve partnerschappen tussen culturele instellingen, scholen en organisaties.
Om de cultuurparticipatie te vergroten, zetten we in op initiatieven die gericht zijn op samenwerking tussen culturele instellingen, scholen en (zelf)organisaties. We richten ons hierbij vooral op doelgroepen en wijken met een ongelijke toegang tot kunst en cultuur.

• SayltWithArt in your face.
Met kunst en cultuur in de buitenruimte maken we kunst en cultuur meer toegankelijk voor eenieder. We ondersteunen steden om dit te bevorderen en faciliteren. Dit werkt het beste met het type kunst en cultuur dat vooral jongeren en een cultureel divers publiek aanspreekt, zoals toegankelijke workshops, optredens en exposities van stadskunstenaars en straatartiesten op koopavonden in de winkelcentra van grote steden.

• Hernieuwde (nationale) symboliek.
Nederland beweegt. De nationale symboliek beweegt hierin mee. Het nationalisme heeft bijgedragen aan illusies en mythen over slavernij en kolonialisme die vragen om herziening, afrekening en verwijdering. Vermeende helden, presentaties in musea, en geschiedenislessen op school komen daardoor in een heel ander daglicht te staan. De culturele en levensbeschouwelijke diversiteit als Nederlandse identiteit en kernkwaliteit wordt nog onvoldoende publiekelijk erkend en uitgedragen. Aan de hand van publieke campagnes gaan we in gezamenlijkheid op zoek naar hernieuwde nationale symboliek die aansluit bij onze tijdsgeest en onze superdiverse aard: één wereld, in één land, als één familie.

– Kunst en cultuur als oplossing voor leegstand winkelcentra.
In gesprek met exploitanten van (winkel)ruimte en vertegenwoordigers uit de kunst- en cultuursector kunnen we tot
gunstige stimuleringsregelingen komen om leegstaande winkelcentra tijdelijk te vullen met kunst en cultuur.

– Pluriform omroepbestel:
We koesteren en (her)waarderen de pluriformiteit en levensbeschouwelijke diversiteit die ten grondslag ligt aan het omroepbestel (zie ook: waardigheid). Investeren in publieke onderzoeksjournalistiek. Voor de nodige verdieping, een kritische blik op maatschappelijke ontwikkelingen en het dichten van de groeiende kloof tussen mainstreammedia en alternatieve media, investeren we in onderzoeksjournalistiek.

– Investeren in lokale journalistiek.
De kwaliteit van de (steeds belangrijker wordende) lokale democratie staat of valt met de kwaliteit van lokale journalistiek.

– Nationale en internationale regelgeving voor sociale mediia.
Sociale media en techgiganten kunnen niet zonder hun miljarden gebruikers. De impact van hun macht op het leven is enorm. Betere regelgeving en richtlijnen zijn nodig. NIDA is voor commissies bestaande uit ethici en experts op het gebied van tech en recht,
die zich richten op het ontwikkelen van meer verantwoorde richtlijnen en regelgeving om de meest kwetsbare doelgroep op
sociale media te beschermen: wij allemaal.

• Onbeperkt sporten.
Met Jeugdsportfondsen waarborgen we de toegankelijkheid van sportvereniging en voor iedereen, ook met een beperkt budget, ook met een lichamelijke beperking.

• Gezonde voeding en beweging op school, in de wijk en sportverenigingen.
Met programma’s op scholen dient het Rijk samen met partners en lokale overheden te investeren in gezonde
kantines op scholen en verenigingen. We moedigen gezond eten en bewegen aan voor een gezonde leefstijl onder kinderen. Ongezond eten in en rondom scholen en verenigingen ontmoedigen we.

• Sport en spel in de buitenruimte.
We waarborgen de toegankelijkheid van speelpleinen, sport- en trapveldjes en sporttoestellen. Bovendien investeren we in publieke speeltuinen en sportvoorzieningen in de buitenruimte.

• Sportwerkers in wijken.
We investeren in buitensport- en jongerenwerk voor de belangrijke rol die zij vervullen in de verbinding, beweging en sociale vaardigheden van kinderen en jongeren op straat.

• Sportverenigingen.
In samenwerking met sportbonden investeren we in breedtesport. Sportverenigingen vormen het spierweefsel in
een vitale samenleving.

• Werk moet lonen, daarom belasten we vermogen in plaats van inkomen.
Geïnspireerd door het principe van zakaat ofwel de armenbelasting, verschuift NIDA het belasten van werk en inkomen naar het belasten van vermogen. Zo wordt arbeid goedkoper, de lonen hoger (zie voor hoger minimumloon: Armoedebestrijding), dichten we de kloof tussen arm en rijk, creëren we meer werkgelegenheid en meer ruimte voor mensen om minder te werken ofwel het werk beter te (ver)delen.

• Gelijkwaardig salaris.
Op de arbeidsmarkt worden vrouwen, immigranten en mensen met een bepaalde kleur of geloof voor hetzelfde werk onevenredig beloond. We stellen een commissie in waar burgers een beroep op kunnen doen om recht te spreken en een gelijkwaardigere en rechtvaardigere salariëring te garanderen.

• Van 40-urige naar 30-urige werkweek.
NIDA creëert een meer ontspannen arbeidsmarkt met vermogensbelasting in plaats van inkomstenbelasting een deel- in plaats van schuldeconomie, een zorg zonder markt, en een focus op bloei in plaats van groei. Zo willen we van een 40-urige werkweek naar een 30-urige werkweek gaan. We verdelen het werk en creëren meer tijd voor rust en bezinning, beweging, familie, vrijwilligerswerk en zorg voor elkaar.

• Lastenverlichting en steun voor MKB.
NIDA ziet in het midden- en kleinbedrijf en het maatschappelijk verantwoord ondernemen de sociale motor van de economie. We steunen het MKB met lastenverlichting, toegankelijk krediet en minder bureaucratie. Dankzij een fors lagere loonbelasting kun je als ondernemer meer werknemers in dienst nemen. Niet de multinational maar juist de maatschappelijk verantwoorde ondernemer verdient alle ruimte en steun van de overheid.

• Hogere lonen in de zorg.
Verpleging, opvoeding en onderwijs zijn essentieel in onze samenleving, zowel thuis als in loondienst. Meer ruimte voor aandacht voor elkaar, voor elkaars ontwikkeling en onderlinge steun. Tijdens de coronacrisis is duidelijk geworden wat de essentiële beroepen zijn. Deze beroepen verdienen erkenning, meer dan
enkel in de vorm van applaus.

• Stop misbruik tijdelijke contracten.
Sommige bedrijven weigeren pertinent om werknemers een vast contract aan te bieden door continu enkel met tijdelijke contracten te werken. Als die aflopen, laten ze de mensen gaan en huren ze vervolgens weer nieuwe mensen in met een
tijdelijk contract. Dit creëert oneerlijke verhoudingen, onzekerheid en valse hoop. Er dient een openbaar register te komen van bedrijven die laag scoren met het bieden van vaste contracten, zodat een werkzoekende een weloverwogen keuze kan maken om ergens wel of niet te solliciteren. Ministerie, werkgever- en werknemersbonden dienen daarbij voor verschillende sectoren tot gepaste wet en regelgeving te komen tegen de uitwassen rondom flexwerk en tijdelijke contracten.

• Aanpak discriminatie op de arbeidsmarkt.
Je mag niemand een baan weigeren op basis van zijn of haar naam, afkomst, geloof of welke discriminatiegrond dan ook. Met onder meer de inzet van mystery guests, een naming & shaming-list voor hardleerse bedrijven en boetes dienen we discriminerende bedrijven te openbaren en beboeten. Daarnaast geloven wij ook in positieve voorlichting, certificering en waardering van goede voorbeelden. We zetten in op toegankelijke en toepasbare inclusie- en diversiteitsprogramma’s, -methoden en -dagen voor zowel het MKB als grotere bedrijven.

• Geen winstmaximalisatie en groei, maar maximale bloei, een sociaal fundament en een ecologisch plafond.
De huidige wet- en regelgeving rondom grondbiedingen aan partijen als projectontwikkelaars maken sociale plannen moeilijk. Winstmaximalisatie voor de overheid en bieder is veelal een doel op zich. Dit kunnen we doorbreken met het
instellen van taxaties en grove richtlijnen voor ‘een sociaal fundament en een ecologisch plafond’. Daaronder valt het vergroten van het aanbod aan sociale woningen en aantrekkelijke publieke ruimtes met functioneel groen.

• Belast verspilling niet behoefte.
De schadelijke gevolgen van het verbruik van grondstoffen, voeding en producten voor de natuur en de (volks)gezondheid belasten we aan de hand van verbruik, vervuiling en verspilling. Deze belasting wordt progressief ingevuld op een manier waarbij (bijvoorbeeld) zuinig en noodzakelijk energieverbruik minimaal wordt belast en buitenproportioneel verbruik, verspilling en vervuiling maximaal worden belast. Zo voorkomen we energie- en vervoersarmoede.

• Hogere lonen voor schoonmakers en recyclers.
NIDA (her)waardeert schoonmaak, reparatie en recycling . Dit is essentieel voor een verzorgde en geborgen omgeving en toekomst. Deze waardering uit zich financieel in de salariëring, maar is ook bedoeld om verder verval in consumentisme te vermijden waarbij we alsmaar nieuwe producten moeten afnemen die van inferieure kwaliteit zijn en een te korte levenscyclus hebben.

• wereldwijde handelsdelegaties.
We investeren in eerlijke wereldwijde handel (meer hierover bij Familie > wereldvrede). In samenwerking met het Nederlands bedrijfsleven, ondernemers en de politiek vormen en ontvangen we handelsdelegaties van over de wereld, niet in de laatste plaats uit die landen waarin menig Nederlander zijn of haar wortels heeft. Ook voor onze wereldhandel geldt een sociaal fundament en een ecologisch plafond. Dat betekent dat het leven van mens en natuur hier niet meer waard is dan daar.

• Open en eerlijke (wereld)handel.
We openen de handelsgrenzen voor (landbouw)producten en diensten van armere landen, zonder de eigen productie, zowel op landelijk als Europees niveau, oneigenlijk en op kostenverslindende wijze te subsidiëren. Grondstoffen van elders dienen zo veel mogelijk bewerkt en verwerkt te worden ten gunste van de lokale economie.

• Scheiding multinational en staat.
Niet het belang van de multinational, maar dat van de burger is leidend. De lobby’s van deze bedrijven dienen we transparant te maken en te beteugelen. Er moet een krachtig tegenwicht worden gevonden in de samenwerking met ngo’s, vakbonden en levensbeschouwelijke organisaties, Raad van State en een Ministerie voor Mens- en Geloofwaardigheid, zodat belangen en geldstromen van richting veranderen.

• Keurmerk/transparante, eerlijke wereldhandel.
In internationaal verband dient Nederland voorop te lopen met een internationaal keurmerk dat inzicht geeft in de waarborging van de sociale en duurzame bescherming van mens en aarde. Zodat mensen bewuster consumeren: eten, kleding, etc. Daarbij ontlasten we het positieve en belasten we het schadelijke of negatieve.

• Fair Trade waardering en voordelen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
We werken aan een publieke waardering/erkenning en belastingvoordelen voor ondernemers die maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit om sociale en duurzame ondernemingen te stimuleren.

• Eerlijk wereldwijd aandeelhouderschap.
Daar waar we gebruik maken van gelimiteerde bronnen (grond, landbouwproducten, grondstoffen, arbeid) in andere delen van de wereld, zoals Afrika, Zuid-Amerika en Azië, dient er eerlijk aandeelhouderschap tot stand te komen zodat samenlevingen daar eerlijk en duurzaam kunnen profiteren van datgene wat we bij hen afnemen. Dit zou kunnen leiden tot nieuwe vormen van aandeelhouderschap in samenwerking met lokale gemeenschappen ter plekke.

• Belastingparadijs voor multinationals en bedrijven.
Geen belastingvoordelen voor multinationals die zich in Nederland willen vestigen, wel eerlijke belasting van hun vermogen, exorbitante bonussen en hun eventuele aandeel in vervuiling en verspilling. Minimale belasting van het positieve (zoals inkomen, schone energie en goede doelen) en maximale belasting van het negatieve (vervuiling, vermogenskapitaal en verspilling). Afschaffing van brievenbusfirma’s in ons koninkrijk, zodat deze bedrijven niet langer kunnen ontsnappen aan de belastingplicht in de landen waar zij wel actief zijn. Bovendien roepen we daarmee een halt toe aan de belasting op onze rechtspraak vanwege het onoplosbare internationale gekonkel dat deze bedrijven veroorzaken.

• Nationaliseren in plaats van liberaliseren van energie, OV en zorg.
Aan het einde van de vorige eeuw is er gekozen voor de liberalisering van bijvoorbeeld energie en zorg. De kwaliteit nam hierdoor af en de economische ongelijkheid nam uiteindelijk alleen maar verder en sneller toe. Als het aan NIDA ligt draaien we deze liberalisering terug.

• Gebruikersaandeel voor winstdeling in techgiganten als Face book, Apple, Google, Youîube.
De economische, sociaal-culturele en politieke macht van techgiganten is ongekend. De vele gebruikers maken techgiganten als Face book, Apple, Google en Youîube gigagroot. Deze gebruikers zijn vaak al blij dat ze gratis van hun diensten gebruik mogen maken, maar zouden er eigenlijk bedrijfsaandelen, winstuitkering en zeggenschap voor terug moeten krijgen. We dienen dit in Europees verband af te dwingen en de hegemonie van deze giganten te doorbreken.

• Investering aanpak jeugdwerkloosheid!
Verschillende projecten in het land boeken succes in de aanpak van jeugdwerkloosheid. We stimuleren deze succesvolle projecten met een intensivering en uitrol ervan vanuit het Rijksbudget.

• Van Rijk-tot-Wijk-traineeprogramma’s.
Met Rijkstraineeprogramma’s investeren we in de samenwerking met het maatschappelijk middenveld door middel van betaalde werkervaringsplekken. Afgestudeerden van het MBO, HBO en WO gaan als wijktrainee bij voorkeur in de eigen wijk aan de slag bij relevante organisaties. De wijktraineeprogramma’s worden gestimuleerd en gecoördineerd vanuit de overheid. We creëren werkplaatsen, investeren in ervaring, vergroten netwerken en benutten talenten in de wijk.

• JUBELJAAR VAN MOZES: Nederland vrij van (problematische) schuld in 2025!
Geïnspireerd door het Jubeljaar van Mozes, waarin elke 49 jaar alle schulden werden kwijtgescholden, werken we naar een Nederland in 2025 waarin alle burgers bevrijd zijn van (problematische) schulden. Leven met schuld is funest voor je vrijheid, rust, relaties, creativiteit en overzicht. Het heeft bovendien een negatief effect op de hele samenleving. Schulden mogen als het aan NIDA ligt geen inkomstenbron meer zijn voor woekerhandelaren. We leggen de schuldenindustrie strikte bepalingen op, om te beginnen aan de overheid zelf. Daarvoor is onder meer nodig: 1) een
centraal schuldenregister (met waarborging van privacy); 2) verplichte medewerking van schuldeisers (waaronder de overheid zelf) om redelijke betalingsregelingen en kwijtschelding van schulden te komen, en 3) geen boetes op armoede wanneer je bijvoorbeeld de zorgverzekering niet kunt betalen. We investeren in 4) het opkopen van schulden en 5) het
vereenvoudigen van hulpaanvragen (van schuldhulp tot toeslagen). We investeren in 6) meer middelen voor schuldhulptrajecten, 7) preventie op scholen, 8) het beperken van gokmogelijkheden en 9) schuldhulpbuddy’s. Daarbij creëren we 10) schuldvrije manieren om een huis te kopen (zoals met huurkoop3.0 of een aandelenhypotheek) en
mogelijkheden om huurwoningen en lopende hypotheken hiernaar om te zetten. We lichten bovendien 11) het belastingstelsel door om ervoor te zorgen dat het niet meer aantrekkelijk wordt gemaakt om in schuld te leven, en juist schuld vrij leven wordt beloond.

• Stop gokreclame. Nederland kent zo’n 80.000 probleemgokkers.
Gokreclame werkt gokproblematiek in de hand. De overheid dient te stoppen met het promoten van gokken. De Staatsloterij en Toto vallen allemaal onder het staatsbedrijf De Nederlandse Loterij. De staat dient
het gokken in Nederland te controleren en ontmoedigen, niet te legitimeren en promoten als verdienmodel voor de overheid.

• Verhoging minimumloon tot ten minste 14 euro {30% verhoging).
Werk moet lonen. Daar zijn we het toch allemaal over eens? Toch belasten we vooral loon uit werk en vrijwel geen vermogen. Wat mensen van hun minimumloon kunnen betalen is sinds het einde van de jaren 70 met 20 procent gedaald! Naast verlaging van vaste lasten (zoals huur en zorgverzekering) en een betere schuldenaanpak, is een verhoging van het minimumloon nodig om armoede aan te pakken.

• Verhoging uitkering en AOW met 30%. Het beste hulpmiddel om uit de armoede te komen is geld.
Door het minimumloon met 30% te verhogen, stijgt ook de AOW-uitkering met 30% mee. Dit is broodnodig om armoede te kunnen tegengaan.

• Werken naast de bijstand.
We investeren in een ruimhartig armoedebeleid op basis van vertrouwen en emancipatie. We bezuinigen op het controleapparaat en creëren ruimte om bij te verdienen naast een bijstandsuitkering.

• Experimenteren met basisinkomen/-zekerheid.
NIDA wil experimenteren met basisinkomen/- bestaanszekerheid. We geloven dat dit de basis kan vormen voor een nieuw sociaal stelsel. Vrij van enige controle, verplichting of (tegen)prestatie kan iedere volwassen burger die aangeeft bijstand nodig te hebben, dit krijgen. Genoeg om van te leven (zie in dit verband ook ‘verhoging uitkering en AOW met 30%’ en ‘werken naast bijstand’). De coronacrisis onderschrijft de noodzaak van sociale hervorming voor het waarborgen van ieders bestaanszekerheid. De enorme kostenbesparingen (op het bureaucratische controle- en toeslagenapparaat) die gepaard gaan met deze sociale hervorming dekken al een deel van de kosten van dit nieuwe sociale stelsel. Indirect bespaart het een hoop kosten op a llerlei terreinen zoals zorg en welzijn. Het basisinkomen kan (om te beginnen) ook goed dienen ter vervanging van bijvoorbeeld het pensioenstelsel dat in de huidige vorm onhoudbaar is en met de dag verder wordt uitgekleed.

• Winteropvang voor daklozen uitbreiden.
Op gemeentelijk niveau wordt er nu geregeld dat daklozen opgevangen kunnen worden bij vrieskou. Dit omdat mensen ernstige gezondheidsrisico’s lopen als zij bij vrieskou buiten slapen. Echter, het is ook inhumaan om mensen buiten te laten slapen bij koudere temperaturen waarbij hun gezondheid geen groot risico loopt. Daarom zouden daklozen ook recht op opvang moeten hebben bij temperaturen op of onder de 5 graden.

• Bonus voor voedselbanken.
We werken toe naar een land waarin voedselbanken niet meer nodig zijn. Maar zo lang ze dit nog wel zijn, verdienen ze de nodige ondersteuning van Rijk en stad, variërend van subsidies en belastingvoordelen tot het faciliteren van de nodige contacten en relaties voor het tegengaan van voedselverspilling en armoede.

• Compensatie Groningen en mijnstreek Zuid-Limburg.
NIDA is voor compensatie van deze regio’s die ons lange tijd van nationale inkomsten en brandstof hebben voorzien met gas en kolen. Deze fossiele brandstoffen zijn opgebruikt, maar beide regio’s verkeren nu in een achtergestelde positie. Feitelijk hebben zij als wingewest gefunctioneerd. Daarom hebben ze recht op compensatie en een ruimhartige herstructurering.

• Samenwerking Fonds Bijzondere Noden.
Het aantal noodaanvragen bij het Fonds Bijzondere Noden neemt jaarlijks toe. Veelal medische kosten (urgente tandartskosten), kosten voor levensonderhoud of woninginrichting. Dit zijn kosten die vaak door het sociale zekerheidsvangnet van de lokale overheden zouden moeten worden opgevangen. In samenwerking met het Fonds Bijzondere Noden dichten we de gaten in dit sociale vangnet.

• Schuldvrij en renteloos kopen: HuurKoop3.0/ Aandelenhypotheek.
In samenwerking met de financiële markt (her)introduceren we koopconstructies zonder schuld en rente. Zoals de aandelenhypotheek of vernieuwende huurkoopconstructies waarmee huurders en kopers geleidelijk, zonder schuld en vrij van rente, hun aandeel kunnen opbouwen in het huis waarin zij wonen. Op deze manier kunnen ook Nederlanders met een kleinere portemonnee op sociale, risicovrije en geleidelijke wijze eigen woningbezit opbouwen. Daarnaast creëren we mogelijkheden om huurwoningen en lopende hypotheken hiernaar om te zetten.

• Zelfbewoningplicht zet beleggers buitenspel.
Starters worden op de woningmarkt verdrongen door (vastgoed)beleggers die woningen opkopen en voor hoge prijzen verhuren en/of doorverkopen. Hierdoor groeit de ongelijkheid op de woningmarkt. Om dit tegen te gaan, zetten we in op ‘zelfbewoningplicht’. Op deze manier zetten we beleggers buitenspel.

• Geen huurverhoging zonder woonverbetering.
Ieder jaar stijgen de huurprijzen zonder dat hier enige verbetering in woonkwaliteit tegenover staat. Hoe bizar is dat eigenlijk? Daarom: geen huurverhoging bovenop de inflatie, zolang er geen woonverbetering tegenover staat.

• Minimale belasting voor basisbehoefte/verbruik, maximaal belasting voor verspilling.
Broodnodig verbruik voor basisbehoeften belasten we minimaal. Verspilling belasten we maximaal. Dit doen we
door het energieverbruik te relateren aan criteria zoals het aantal inwoners en het energielabel van de woning . Op deze manier word je aangemoedigd en beloond om zuinig te leven. Deze aanpak werkt ook energiearmoede tegen omdat het een betaalbaar basisverbruik garandeert in plaats van een generieke belastingverhoging op energieverbruik in het algemeen.

• Afschaffing discriminerende woningwet.
De Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek (beter bekend als: de Rotterdam wet) biedt gemeenten de ruimte om bewoners te discrimineren op basis van hun inkomen of woon verleden (een veroordeling is niet eens nodig, een melding volstaat). In de praktijk zijn ook nog eens vaak bewoners met migratieachtergrond het slachtoffer. In gemeenten die hier gebruik van maken zoals Rotterdam en Tilburg creëert dit enorme rechtsongelijkheid en uitsluiting. De stad en wijk wordt er ook niet beter van. Het College voor de Rechten van de Mens vindt de wet ongeoorloofd en spreekt van inperkingen van mensenrechten als bewegingsvrijheid. Daarom is NIDA voor afschaffing van deze discriminerende woningwet.

• Afschaffing hypotheekrenteaftrek.
De hypotheekrenteaftrek is een perverse maatregel geweest die de woningprijzen en hypotheken heeft doen stijgen ten koste van ons gemeenschapsgeld en ten bate van de banken. De rekening van deze afschaffing wordt dan ook vooral gelegd
bij de hypotheekverstrekker.

• Intensivering van de bouwopgave.
Er zijn meer woningen nodig . Voor alle bevolking slagen, van het sociale tot het duurdere segment. Van Tiny Houses tot hoogbouw (bij voorkeur nabij ov-knooppunten).

• Meergeneratiewoningen en gezamenlijke binnentuinen.
Met meergeneratiewoningen brengen we verschillende generaties samen, besparen we kosten, bestrijden we eenzaamheid en zorgen we voor meer sociale cohesie. Naar Duits voorbeeld brengen we combinaties van kinderopvang, ouderenopvang en studentenhuisvesting samen. Daarnaast stimuleren we woningbouw die het mogelijk maakt om verschillende familiegeneraties samen te laten wonen in hetzelfde portiek, dezelfde straat of hetzelfde wooncomplex. Ook woningbouw
rondom gezamenlijke binnentuinen wordt aangemoedigd voor de verbinding tussen wonen en natuur, de verbinding tussen buurtbewoners, en de bestrijding van eenzaamheid onder ouderen en alleengaanden.

• Goedkoop en gratis ov.
Openbaar Vervoer is een publiek goed en hoort dan ook in publieke handen. Openbaar vervoer moet niet draaien om economische winst, maar om betaalbaar (en voor minima en kwetsbare doelgroepen zelfs gratis), goed en duurzaam vervoer voor burgers van A naar B.

• Sociaal verduurzamen in mobiliteit tegen vervoersarmoede.
Minima zijn het meest de dupe van generieke maatregelen zoals een algehele verhoging van de wegenbelasting of hogere
accijnzen op brandstof. Een minimaal bezit en gebruik van de auto behoort vandaag de dag tot de basisbehoefte. Minima
worden door dit soort maatregelen onevenredig hard geraakt met vervoersarmoede tot gevolg. We dienen daarom een
basisbehoefte aan vervoer minimaal en vooral verspilling en vervuiling maximaal te belasten. En daarnaast vooral schone alternatieven veel goedkoper te maken om vervoersarmoede tegen te gaan.

• Gratis OV op diverse feestdagen van Kerst en Holi tot Offerfeest.
We experimenteren op diverse (feest)dagen in het jaar met gratis OV en onderzoeken de impact hiervan op de mobiliteit en CO2-uitstoot door reductie van het autogebruik in het land.

• VliegTaks op zakenvluchten, niet op familiebezoek.
We moeten het vliegverkeer verduurzamen. In het belasten van vliegverkeer moeten we sociaal verduurzamen. Meer dan de burger dient het bedrijfsleven deze lasten te dragen. Daarom een belasting op zakenvluchten, maar geen belasting op vliegreizen van burgers. Zeker binnen Europa dienen we daarbij in te zetten op meer duurzame, betaalbare, en toegankelijke alternatieven (zie volgende voorstel).

• Europees treinnetwerk.
In Europees verband investeren we in de aaneenschakeling van een snel en betaalbaar Europees treinnetwerk voor minder Europees vliegverkeer.

• Belastingparadijs.
Een belastingparadijs wordt vaak begrepen als een plaats of land waar je geen belasting hoeft te betalen. Voor NIDA
betekent een belastingparadijs een plaats of land waar je het negatieve belast en het positieve ontlast. Zo berekenen we de schadelijke gevolgen van bijvoorbeeld vervuiling of verspilling voor mens en natuur door op degenen in onze economie die zich daaraan schuldig maken. We ontlasten inkomen, burgers en MKB ten opzichte van vermogen, grote bedrijven en multinationals.

• Belastingvoordelen voor ANBl’s (Algemeen Nut Beogende Instellingen).
We dienen positieve initiatieven van maatschappelijk nut niet onnodig te belasten. NIDA waarborgt de belastingvoordelen die er zijn voor giften aan AN Bi’s en staat voor lagere belastingtarieven (van zowel inkomsten als vermogen) voor ANBl’s.

• Belasten van vermogen in plaats van inkomen.
Werken moet toch lonen? Waarom belasten we dan inkomen in plaats van vermogen? Van de ruim 300 miljard aan jaarlijkse belastinginkomsten komt het overgrote deel van inkomstenbelasting. De nationale opbrengsten van vermogensbelasting zijn minimaal, en als je ze afzet tegen de hypotheekrenteaftrek zelfs negatief. Willen we de groeiende
ongelijkheid doorbreken, dan dienen we een omslag te bewerkstelligen in het belastingsysteem waarbij niet inkomsten maar vermogen worden belast. Deze vermogensbelasting wordt progressief ingestoken en kent een belastingvrije voet die overeenkomt met het bestaansminimum.

• Hervorming erfbelasting.
De door NIDA voorgestelde omslag in het belastingstelsel van een inkomsten- naar een vermogensbelasting is enorm en heeft effect op allerlei belastingen. De erfbelasting is hiervan een goed voorbeeld. Zo zal de erfbelasting worden beperkt, omdat het vermogen dat iemand erft al van zichzelf als vermogen wordt belast.

• Jozefs begrotingsregel.
We sparen van de overschotten in jaren van overvloed, om uit te kunnen geven aan tekorten in tijden van crisis. Geïnspireerd door de financiële kennis van Jozef en de manier waarop hij omging met zeven jaren van overvloed en zeven jaren van wanhoop, ook wel bekend als de zeven vette en zeven magere jaren. Deze manier van begroten heet ook wel: anticyclisch begroten.

• Alternatief geldsysteem, inclusief Gouden Standaard.
Zowel de gevolgen als de oorzaken van de financiële crisis zijn nog steeds niet opgelost. Niet alleen het financiële, ook het monetaire systeem draait op basis van schuld en rente. Het geld zelf, zoals wij dat kennen, vormt daarmee één van de redenen waarom er in de economie een constante noodzaak is voor ‘groei’ (met alle schadelijke gevolgen vandien voor mens en natuur) en waarom de economische ongelijkheid en schulden blijven toenemen. Banken zijn commerciële instellingen. Zij creëren en beheren het geld. Ook de Nederlandse Bank erkent het belang van hervorming. We kunnen als Nederland het wereldwijde monetaire systeem niet veranderen, maar we kunnen naar vermogen ons steentje bijdragen aan de nodige inspiratie en zoektocht naar verbetering. Bijvoorbeeld met een nationaal alternatief voor geld vanuit een sociale grondslag. Met een intrinsieke waarde die gewaarborgd wordt door een Gouden Standaard. Dit doen we in samenwerking met pioniers als Ons Geld.

• Staatssecretaris voor Inclusie & Anti-Discriminatie.
NIDA stelt voor een hoofdverantwoordelijk staatssecretaris aan te stellen voor de integrale aanpak van institutioneel racisme en discriminatie en de bevordering van inclusie in de samenleving. Van de zorg en het onderwijs tot de woning- en arbeidsmarkt. Het is aan de staatsecretaris om op dit terrein concrete en meetbare doelstellingen te formuleren en dit blijvend te agenderen en aan te pakken in samenwerking met een landelijk netwerk van antiracisme-organisaties op meerdere terreinen. Alle onderstaande voorstellen maken deel uit van het takenpakket van deze staatssecretaris:

• Mensenrechtenonderwijs: collectief bewustzijn van grondrechten en verantwoordelijkheden.
Om óp en mét elkaar te kunnen bouwen, dienen we ons bewust te zijn van onze wederzijdse grondwettelijke rechten en verantwoordelijkheden. De Grondwet waarborgt onder meer onze vrijheden, gelijkwaardigheid, democratie, zorg en de
verdeling van en toegang tot kennis, macht en middelen. Zonder maatschappelijk draagvlak en toe-eigening hiervan door ons allen, verworden onze rechten en verantwoordelijkheden tot levenloze letters. Dit vraagt om onderwijsprogramma’s en publieke campagnes in samenwerking met emancipatieorganisaties, scholen,

• Waar is dat feestje? Hier is dat feestje!
Erkenning voor diverse culturele en levensbeschouwelijke feestdagen in de publieke en semipublieke sector. Daarmee gepaard ook meer diverse vieringen in de publieke ruimte, vanuit het Binnenhof en de ministeries. (zie ook nationale erkenning diverse feestdagen bij GELOOF> Waardigheid)

• Inclusie van diversiteit als stelregel (cultuur, zorg, welzijn, etc.).
Culturele en levensbeschouwelijke diversiteit is de norm in onze Nederlandse steden en regio’s, maar nog niet in het beleid van (semipublieke) instituties en instellingen die die steden en het land bedienen. Denk aan domeinen als zorg, welzijn en – niet in de laatste plaats – cultuur. Rekening houden met diversiteit is niet alleen noodzakelijk voor gelijkwaardigheid, het is ook een recht van iedereen en daarmee een verantwoordelijkheid van onze publieke instellingen. Het beleid en de uitvoering van semipublieke organisaties dient aan diversiteitseisen te voldoen. Hier dient structureel op geëvalueerd en afgerekend te worden.

• Voor emancipatie, gelijkwaardigheid en de integrale aanpak van haat en discriminatie.
We zijn allemaal gelijkwaardig en vormen een éénheid in al onze diversiteit. Niemand heeft het recht een ander te discrimineren. Racisme, antisemitisme, islamofobie, homofobie, seksisme, afro fobie, of welke discriminatievorm dan
ook; ze komen allemaal voort uit dezelfde haat en woede. Watje opvatting, overtuiging of voorkeur ook moge zijn, ook over elkaar, positief dan wel negatief: we dienen de veiligheid en gelijkwaardigheid van ieder mens te respecteren. We leggen niemand anders onze opvattingen, overtuigingen of voorkeuren op. We respecteren de vrijheid van keuze, van mening, van kleding, van geweten. We dienen gezamenlijk iedere vorm van haat en discriminatie consequent te bestrijden. Met begrip, ontmoeting, eenvoudige aangifteprocedures, registratie en zo nodig met boetes, boycots en verplicht vrijwilligerswerk samen met ‘de ander’.

• Dekoloniseer Nederland.
Het koloniale verleden heeft haar weerslag op de culturele verhoudingen en ongelijkheid vandaag de dag – vaak
subtiel en onbewust – en juist daarom zo hardnekkig. Het heeft impact op de (on)gelijkwaardigheid van ons mens- en wereldbeeld. Van de wereldkaart die we als vanzelfsprekend op school leren tot het racistische stereotype van zwarte piet (zwarte piet ken niet: niet op school, kinderopvang, de sportvereniging of straatbeeld, gewoon niet). We dekoloniseren de Nederlandse cultuur door dit alles inzichtelijk te maken en te contextualiseren om ervan te leren en aan te passen, verwijderen en verbieden waar nodig. Dit betekent geen gepolder over racisme. Racisme, zoals ook met zwarte piet, bouw je niet af, maar schaf je af. Geen euro subsidie voor racisme en geen plek voor racisme in (semi)publieke organisaties en ruimte. We investeren in onderzoek, informatieoverdracht (op straat, school en musea),
aanpassing en handhaving.

• Bewust verleden voor een gezamenlijke toekomst (publieke campagne).
Onderzoek naar en begrip ,,an elkaars verleden is nodig voor een gezamenlijke toekomst. Dit vraagt om aandacht voor de
wereldwijde Nederlandse handels-, slavernij-, oorlogs- en migratiegeschiedenis, ook al doet dit pijn. De resultaten dragen we niet alleen uit middels onderwijspakketcen (zie TALENT> onderwijs), maar ook met culturele (informatie)voorzieningen en publieke campagnes.

• Excuses en herstelbetalingen slavernij.
Bij de afschaffing van de slavernij zijn de slavenhouders gecompenseerd, maar niet de tot slaaf gemaakten. Op welke manier kunnen we tot slaaf gemaakten en hun nazaten alsnog compenseren? Onderzoek naar de manieren waarop we dit het beste kunnen doen, is de eerste stap.

• De-individualisering en bestrijding van eenzaamheid: investeren in samenkomst, in ontmoeting, in buurthuizen en jongerenwerk. We investeren in buurtinitiatieven en organisaties die gericht zijn op de ontmoeting van Nederlanders en organisaties in al hun diversiteit.

• Steden investeren in actieve Huizen van de Wijk.
We investeren via lokale overheden in actieve Huizen van de Wijk met de nodige middelen voor goede voorzieningen voor
activiteiten en ontmoeting. Toegankeltk voor iedereen, ook voor politieke of religieuze bijeenkomsten. (zie ook de inzet op meergeneratiewoningen bij Welvaart> Wonen)

• Erkenning, registratie en aanpak van discriminatievormen.
Vanuit de politie en discriminatiebureaus geven we prioriteit aan de erkenning, registratie en aanpak van diverse discriminatievormen. Voor een gelijkwaardige aanpak is een inhaalslag in de aanpak van racisme en islamofobie nodig
met voorlichting op scholen, bewustwordingscampagnes en het aansporen tot prioritering hiervan door het OM.

• Gezin: mediatie bij (v)echtscheidingen en ondersteuning voor ouders en kinderen.
Nog meer dan de ouders, zijn vaak de kinderen slachtoffer van een (v)echtscheiding. Er is nog onvoldoende aandacht voor de gevolgen hiervan voor het kind. Mede in het onderwijs, maar ook met behulp van de inzet van een bijzonder curator, zetten we in op de nodige ondersteuning en waar gewenst de onderlinge ontmoeting van deze kinderen.

• Veilig Thuis.
Iedereen moet thuis veilig kunnen zijn. Slachtoffers van huiselijk geweld moeten versneld toegang krijgen tot opvang en hulp.

• Keiharde aanpak kindermisbruik.
Hoe kan het dat Nederland wereldwijd een koploper is op het gebied van (georganiseerd) kindermisbruik? Waarom worden zoveel zedendelicten niet eens onderzocht en worden deze misdaden onvoldoende of zelfs totaal niet bestraft? We lichten de hele (gebrekkige) aanpak hiervan bij Veiligheid en Justitie door en geven alle prioriteit aan de nodige inzet, middelen en verharde (straf)maatregelen. (zie ook LEVEN > Veiligheid)

• Jeugdzorg en jongerenwerk.
De jeugdzorg is overbelast. Het aantal daken thuisloze jongeren dat bij lokale overheden aanklopt voor hulp is in de afgelopen jaren met bijna de helft gestegen. Landelijke coördinatie is nodig. De aanpak vergt investering in meer opvanglocaties, uitrol van best practices, eigen keuze en binding met vertrouwenspersonen, en ondersteuning bij schuldenaanpak, studie/werk en huisvesting. Ook een fijnmazig netwerk van jongerenwerkers dat in staat is om relaties te leggen tussen straat, thuis en school/werk is hierbij nodig. Het aantal uithuisplaatsingen en dwangbehandelingen moet door middel van preventie en systeemgericht werken worden teruggedrongen.

• Inclusief en pluriform familierecht: erkenning religieus huwelijk.
De overheid erkent een diversiteit aan huwelijken en samenlevingsvormen. Waarom religieuze huwelijken niet? Naast het burgerlijk huwelijk, viert of sluit menig Nederlander een huwelijk vanuit zijn of haar religie. Beide huwelijken delen hetzelfde doel, een harmonieuze gezinsrelatie, maar in de praktijk ontstaan er weleens knelpunten en problemen. Onvoldoende aansluiting tussen de verschillende voorwaarden en verwachtingen draagt bij aan ongelijkwaardigheid. In samenwerking met relevante organisaties, voorgangers, sleutelfiguren en juristen (gespecialiseerd in huwelijk- en familierecht) dienen we te verkennen welke mogelijkheden er zijn om het burgerlijk en religieus huwelijk beter op elkaar te laten aansluiten.

• Diversiteit aan pleeggezinnen.
Ieder kind verdient het om in een warm en liefdevol gezin op te groeien. Als de ouders van een kind om welke reden dan ook – in het uiterste geval – niet in staat zijn om hun kind de nodige opvoeding, basisbehoeften en bescherming te bieden, zijn pleegouders een uitkomst. Het is in het belang van de ontwikkeling van het kind dat het pleeggezin qua cultuur en levensbeschouwing zo veel mogelijk aansluit bij dat van zijn of haar biologische gezin. Door een gebrek aan diversiteit onder pleeggezinnen is dit niet altijd mogelijk. Meer inzet vanuit de overheid in samenwerking met culturele, religieuze en levensbeschouwelijke organisaties voor het informeren en werven van een diversiteit aan pleeggezinnen is daarom nodig.

• Krachtige brede Raad van State voor meer democratie, minder populisme.
Met de voorstellen ‘Religieuze, Wetenschappelijke en Kunstzinnige Raad van State’ en ‘Ethiek in de Politiek’ (zie meer
hierover bij Geloof> Waardigheid) pleit NIDA voor meer democratie en minder populisme. Meer oog voor de rechten en vrijheden van eenieder. Minder simplistische tirannie van de meerderheid, de waan van de dag of de economie. De Raad van State kan hier met de genoemde voorstellen een belangrijke bijdrage aan leveren.

• Inclusieve overheid.
Een overheid van en voor iedereen. Een afspiegeling van de samenleving, voor de samenleving. Maar zo jong en kleurrijk als onze steden zijn, zo oud en wit is de overheid. Daarom verdient het diversiteitsbeleid binnen de overheid alle
prioriteit. Dit begint bij sollicitatieprocedures aan de deur en ook met een paardenmiddel als een diversiteitsquotum als dat in bepaalde afdelingen of bestuurslagen nodig blijkt. Daarnaast dient geïnvesteerd te worden in een inclusieve organisatiecultuur binnen de overheid.

• David tegen Goliath.
De overheid dient in dienst te staan van haar burgers, niet andersom. Toegankelijk, transparant en betrouwbaar. Te vaak raken burgers verwikkeld in een strijd met de bureaucratische macht, als een David die tegen Goliath strijdt. Zoals recent de toeslagenaffaire van Sociale Zaken tot de Belastingdienst. Behalve door middel van externe instanties en waakhonden zoals de Ombudsman, dient de regering ook intern haar beleid en uitvoering te controleren op de mens- en geloofwaardigheid ervan. Het Ministerie voor Mens- & Geloofwaardigheid kan daar een belangrijke rol in spelen (zie 3.1.1 GELOOF> Waardigheid).

• ICT-waakhond Smartcity & privacy.
Ontwikkelingen in de informatietechnologie kunnen helpen om burgers met elkaar te verbinden en stad en land beter te besturen en beheren. We dienen in de keuzes die we hierin als overheid maken, primair het belang van de burger voor ogen te houden. Niet het belang van de staat of van bedrijven, maar het belang van de burger. Informatiseren en technologiseren om te vereenvoudigen vanuit vertrouwen, niet om te controleren vanuit wantrouwen. Daarbij dienen we rekening te houden met de mogelijke risico’s, het misbruik en de gevaren van een (overload) aan data. ICT en techgiganten ontwikkelen zich sneller dan wetten en regels kunnen bijbenen. Een krachtige,
onufhunkelijke ICT-wuukhond ter bescherming techgigunten, muur ook tegen de eigen overheid, is nodig.

• Koningshuis.
De monarchie kent voor- en nadelen. Zeker in een tijd waarin de regering en de Kamers zich te veel laten leiden door
partijbelangen en de waan van de dag, zien we meerwaarde in de rol van het Koningshuis: een Koningshuis dat deze waan en partijpolitiek overstijgt, de saamhorigheid van alle Nederlanders waarborgt en verder kijkt dan enkel de vorige en volgende verkiezingen.

• Nationalisme.
De natiestaat dient als middel, niet als heilig doel. (zie voor meer toelichting TALENT> Cultuur: Hernieuwde (nationale) symboliek en FAMILIE> wereldvrede)

• Referenda.
NIDA kijkt kritisch naar referenda. Vraagstukken lenen zich zelden voor een besluitvormend volksreferendum. Populisme
ligt daarbij op de loer. Een raadgevend referendum kan helpen in het peilen van draagvlak, maar niet ieder vraagstuk leent zich voor een simpel voor of tegen. NIDA ziet meer heil in een democratische rechtsstaat waarin gekozen volksvertegenwoordigers het nodige afwegen, zich verdiepen in de relevante kwesties en op basis van een bepaalde grondslag, visie en idealen namens de kiezer besluiten en besturen.

• Democratie is geen feit, het is een proces.
Democratie behoeft een onafgebroken inzet van actief burgerschap. Politiek betrokken burgers die hun idealen en belangen verdedigen tegenover politieke en economische elites. Om uitsluiting, passiviteit en wantrouwen terug te dringen is het belangrijk zeggenschap dichter bij de belanghebbenden te brengen, bijvoorbeeld met behulp van wijkraden waarin betrokken wijkbewoners direct zeggenschap krijgen over beleidsterreinen en budgetten die hen rechtstreeks aangaan. Voor een schone, hele en veilige buurt, samen met wijkteams en een wijkagent. Ook op andere, regionale of landelijke onderwerpen, waar de huidige politiek in vastloopt of dreigt vast te lopen (zoals ecologie, klimaat of de verdeling van rijkdom), is het belangrijk naar nieuwe mogelijkheden te zoeken. Zo kan de zeggenschap losgeweekt worden van de overweldigende lobby’s van economische reuzen en worden gewone mensen, op wijkniveau, in al hun diversiteit, hier meer in betrokken. Zij moeten daarbij eerlijk geïnformeerd worden over de reikwijdte van de problemen en onpartijdige deskundigen kunnen raadplegen.

• Toegankelijke overheid zonder taalbarrière.
Het niet (volledig) beheersen van de Nederlandse taal mag geen factor spelen bij de toegankelijkheid en begrijpbaarheid van de overheid. We treffen de voorzieningen die hiervoor nodig zijn.

• Voor recht en vrede, geen olie.
Kritisch naar de ander en onszelf. Nederland heeft de mond vol van mensenrechten, maar voegt vervolgens de daad niet bij het woord. Mensenrechten moeten de basis vormen voor al ons internationale beleid. Een eerlijke, consequente en geloofwaardige toepassing van mensenrechten is nodig. Of het nu gaat om Nederland zelf, om onze bondgenoten of
om de landen van herkomst. Of het nu gaat om Frankrijk of Polen, Israël én Saudi-Arabië. Van China, Brazilië tot de VS. Voorbij het eigen gewin. Voorbij de vriendjespolitiek, olie- en handelsbelangen. Af van een darwinistisch ‘recht van de sterkste’ naar een beschaafd ‘recht voor allen’.

• Koopman én dominee.
Dit betekent voor de internationale houding van Nederland dat de keuze niet of-of is. Niet welvaart OF
menselijkheid; niet veiligheid OF rechtvaardigheid; niet macht OF afhankelijkheid. Net zoals we in Nederland gedijen op de mensenrechten die verankerd zijn in onze recht- én welvaartsstaat, dienen mensenrechten ook leidend te zijn in onze internationale verhoudingen, betrekkingen en beleid. NIDA zet op landelijk, Europees en wereldniveau in op eerlijke internationale handel, dekolonisering van geopolitieke en economische verhoudingen en een gelijk- en menswaardig migratiebeleid.

• Defensie: ontwapenen in plaats van bewapenen.
NIDA kiest voor een omslag in onze export van wapentuig, gericht op het terugdringen van de wereldwijde wapenhandel en het stoppen van het leveren van wapens aan landen die daarmee de mensenrechten van hun eigen burgers schenden en/of illegale oorlogen voeren. NIDA zet internationaal in op een defensiebeleid dat gericht is op boycots, sancties en ontwapening van landen die mensenrechten schenden in hun binnen- en buitenland. NIDA zet in op berechting van (oorlogs)misdadigers en tirannie conform internationaal recht.

• Internationale solidariteit.
Wij zijn solidair met culturele en religieuze minderheidsgroepen die wereldwijd worden onderdrukt of geweld wordt aangedaan door staten, gewelddadige groeperingen en/of multinationale (neokoloniale) corporaties. Van inheemse
volkeren in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië tot Afro- en Latijns-Amerikanen en Afro-Europeanen; van het Midden-Oosten tot de Amazigh en Hirak-beweging in Noord-Afrika. Zij verdienen allen een rechtvaardige behandeling en daar zet NIDA zich voor in.

• Kwetsbare groepen.
Het huidige buitenlandbeleid beperkt actieve hulp en aandacht tot kwetsbare minderheden als christenen, LHBTl’s
en atheïsten. Kwetsbare islamitische minderheden in Europa, NoordAmerika, India, Myanmar, Angola, China en Israël Palestina verdienen gelijkwaardige aandacht en hulp.

• Stop genocides: van Rohingya’s tot Oeigoeren.
Nederland moet pal staan voor de rechtvaardigheid, vrede, steun, opvang en herstelbetalingen voor groepen die onrechtmatig zijn/worden verdreven, onteigend, ontheemd en/of doelwit zijn van (culturele) genocide. Nederland dient zich daarbij in internationaal verband op alle mogelijkheden in te zetten voor veroordeling en berechting van de (politiek) verantwoordelijken.

• Politieke burgerrechten.
NIDA is voor het consequent ondersteunen van politieke burgerrechten en eerlijke verkiezingen, het verwerpen van allianties met autocraten ten koste van hun eigen bevolking, en tegen het (stilzwijgend) gedogen van onrechtmatige coupplegers en pogingen hiertoe (zoals recent in Turkije en Egypte).

• (Re-)Investigate 20 jaar 9-11 & ‘war on terror’.
Voor een kritisch, onafhankelijk en internationaal onderzoek naar alle misstanden, (illegale) oorlogen en desastreuze gevolgen rondom 9-11 en de daaruit voortvloeiende 20-jarige ‘War on Terror’ (in naam van de ‘democratie’). Met internationale berechting voor de politiek verantwoordelijken, maar ook de nodige lessen voor de opstelling en het handelen van Nederland hierin.

• Berechting van oorlogsmisdaden VS, VK en NAVO-landen door het Internationaal Gerechtshof.
Voor de geloofwaardigheid van onze internationale betrekkingen, die van NAVO(-bondgenoten) en het internationaal recht in het algemeen, dient de internationale gemeenschap de VS en de NAVO-leden een kritische spiegel voor te houden. Nederland dient hier in internationaal verband op aan te dringen.

• Kwestie Palestina: één-staat-oplossing.
De staat Israël misbruikt de hoop van anderen op een twee-statenoplossing in haar verdere koloniale expansiedrift. Terwijl Israël de kolonisering, apartheid en het bloedvergieten alsmaar opdrijft, wordt er op geen enkele manier recht
gedaan aan de zelfbeschikking en het bestaansrecht van Palestijnen en Palestina. NIDA staat voor de terugkeer van alle Palestijnse vluchtelingen, met compensatie en gelijke rechten. Vrij van apartheid en met gelijkwaardig burgerschap en open en vrije verkiezingen.

• Migratiebeleid: van xenofoob naar Xenophon.
Xenophon is een Griekse econoom die rond 400 v. Chr. leefde en bekend is geworden om zijn pleidooi voor de opvang van vluchtelingen (zowel politiek als economisch). Hij stelt dat zulke opvang meerwaarde heeft voor stad, land en economie. Zijn visie staat daarmee haaks op het meer gangbare xenofobe vluchtelingendebat en -beleid. Hieruit volgen een aantal concrete maatregelen rondom migratie: 1) We kijken allereerst eerlijk en relativerend naar de cijfers en
vervallen niet in xenofobe, angstaanjagende beelden over invasies, tsunami’s, stromen en wat al meer; 2) We de-criminaliseren en deillegaliseren ongedocumenteerden; de opvang van vluchtelingen en de vrijheid om te bewegen, hebben niets te maken met liefdadigheid, maar met rechtvaardigheid; 3) We versnellen en versoepelen de komst van nieuwe stad- en landgenoten. Dit geldt zowel voor de juridische procedures als voor het vinden van de nodige zorg, werk, huisvesting of taalles. We loten het één niet van het onder afhangen en loten dit ook zeker niet
afhangen van de ‘vrije’ markt; 4) Daar waar mogelijk en in het belang van de vluchteling bevorderen we menswaardige opvang in de regio. Als dat in de regio niet mogelijk is (en dit is in verschillende regio’s allang gebleken),
zetten we in op punt 5) toegankelijke en snelle plaatsen voor de intakeprocedures voor het verstrekken van vluchtelingenvisa en het waarborgen van een veilig (door)vlucht (bijvoorbeeld per vliegtuig); 6) We
openen de grenzen voor arbeidsmigratie en creëren een meer circulaire migratie; 7) We dichten het gat tussen mensenrechten en burgerschapsrechten en ontwikkelen hiervoor een rechtvaardige en trapsgewijze opbouw voor arbeidsmigranten; 8) In zowel Europees als VNverband zetten we in op de mondialisering van Artikel 1 van de Grondwet
dat zich uitspreekt tegen discriminatie op basis van economische ontplooiingskansen of afkomst, en voor gelijkwaardigheid in bewegingsvrijheid.

• Gidsgezinnen.
Voor nieuwe Nederlanders die uit het buitenland komen en behoefte hebben aan iemand die hen zo nu en dan persoonlijk wegwijs kan maken, wordt er geïnvesteerd in een netwerk van gidsgezinnen.

• Aanpak belastingparadijzen.
Belastingparadijzen maken het voor bedrijven en personen mogelijk belasting te ontwijken, hun
verantwoordelijkheid te ontlopen en de solidariteit te ondermijnen. Ook Nederland laat brievenbusfirma’s als belastingparadijsvogels ongemoeid. NIDA zet zich in voor nationale en internationale afspraken en maatregelen gericht op het eerlijk belasten van multinationals en grootkapitaal.

• Natiestaat als middel, geen heilig doel.
Alle mensen, wereldwijd, delen uiteindelijk dezelfde gemeenschappelijke oorsprong. De grenzen tussen landen dienen als middel voor het praktisch kunnen besturen van een land. De collectieve verbondenheid, rechten en gelijkwaardigheid van
mensen overstijgen zulke grenzen. Het nationalisme heeft bijgedragen aan illusies en mythen die we moeten herzien en waar we mee af moeten rekenen.

• Boycots, sancties en ontwapening.
We zetten bij conflicten in op de verdediging van mensenrechten en het waarborgen van vrede. Waar nodig en mogelijk maken we daarbij gebruik van boycots, sancties en ontwapening van – met name – de agressor. We durven in het kader van
ontwapening (zelf)kritisch te kijken naar de rol van Nederland en onze bondgenoten in het proces van bewapening en nemen daar ook verantwoordelijk voor. Zelfs als dit ingaat tegen economisch-nationale belangen. We trekken hierin zo veel mogelijk op vanuit Europese samenwerking.

• Investeren in internationale uitwisselingsprogramma’s.
We investeren in toegankelijke internationale uitwisselingsprogramma’s binnen het middelbaar onderwijs, MBO, HBO en WO, binnen en buiten Europa.

• Voor een solidair Europa.
Voor Europese samenwerking, humanitair, economisch, monetair en ecologisch. Voor de EU. Met respect en ruimte voor de nodige pluriformiteit en autonomie van de lidstaten, waarin noord, zuid, oost en west gelijkwaardig en solidair zijn aan en met elkaar. Waarbij we het Europese bestuurlijk proces dusdanig dienen inrichten dat de Europeanen centraal staan en niet de economische lobbybelangen van multinationals.

• Geen Fort Europa.
NIDA is voor een Europese Unie die gestoeld is op mensenrechten en solidair is met alle wereldbewoners. Een eerlijk Europa dat zichzelf niet onrechtvaardig bevoordeelt ten opzichte van een buurcontinent als Afrika of Azië. In dat Europa dient Nederland voorop te lopen.

• Maatregelen voor niet solidaire EU-lidstaten.
Nederland dient zelf binnen de EU het goede voorbeeld te tonen en voortouw te nemen. Je kunt als lidstaat niet de lusten verwelkomen (zoals landbouwsubsidies) en de ‘lasten’ ontwijken, zoals het waarborgen van mensenrechten en eerlijke spreiding van vluchtelingen in de EU. De EU dient maatregelen te treffen tegen lidstaten die het solidariteitsbeginsel van de EU ondermijnen.

• Aanpak belastingparadijzen.
Belastingparadijzen maken het voor bedrijven en personen mogelijk belasting te ontwijken, hun verantwoordelijkheid te ontlopen en de solidariteit te ondermijnen. Ook Nederland laat brievenbusfirma’s als belasting paradijsvogels ongemoeid. NIDA zet zich in voor nationale en internationale afspraken en maatregelen gericht op het eerlijk belasten van multinationals en grootkapitaal.

• Eerlijke wereldhandel.
Ook voor onze wereldhandel geldt een sociaal fundament en ecologisch plafond. Dit betekent dat het leven van mens en
natuur hier niet meer waard is dan daar. Productieketens moeten worden doorgelicht op misstanden (als (moderne) slavernij, kinder- en dwangarbeid, onderbetaling, natuurvervuiling). We dienen keurmerken te eisen en harde maatregelen te treffen tegen misstanden. Niet gericht op de arme boer of arbeider, maar gericht op de bedrijven die
(hoofd)verantwoordelijk zijn en ervan profiteren.

• Gelijkwaardige gezinshereniging wereldwijd.
Iedereen heeft het recht zich te verenigen met zijn of haar gezin. Voor gezinsleden buiten de EU gelden er op dit moment moeilijkere, strengere en hardere eisen (op basis van diploma’s) dan de eisen (op basis van inspanning) voor
gezinsleden binnen de EU. De eisen die daarbij gesteld worden aan kennis en taal creëren daarbij ook ongelijke
kansen op basis van onderwijsniveau. NIDA is voor een eerlijk en toegankelijk gezinsherenigingsbeleid, vrij van onnodige drempels, zowel voor gezinsleden binnen als buiten de EU, op basis van gelijkwaardigheid.

• 2,5% van de begroting naar ontwikkelingshulp. Voor eerlijke ontwikkelingshulp. Zie volgende punten.

• Ontwikkelingssamenwerking niet verhandelen. We hervormen ontwikkelingshulp. Van instrument voor Nederlandse of Europese (neokoloniale) belangen naar eerlijke manieren om een rechtvaardige en eerlijke wereld te bewerkstelligen. Daarom dient de Nederlandse regering ontwikkelingssamenwerking en internationale handel ook van elkaar te splitsen en niet samen te voegen onder hetzelfde ministerie.

• Ontwikkelingshulp als hulp, geen stok.
Gelden voor ontwikkelingshulp mogen niet gebruikt worden voor grensbewaking of het terugdringen van vluchtelingen, dit is geen hulp. Daarnaast dient ontwikkelingsgeld ook niet ingezet te worden als drukmiddel naar landen om vluchtelingen terug te nemen.

• Schoon drinkwater voor ieder kind.
Nederland dient zich als waterland in te spannen voor toegankelijk en schoon drinkwater in de wereld, en haar kennis en expertise te delen met betrekking tot de bescherming tegen het water.

• Terugbetaalde schuldenlast Indonesië terugbetalen.
Na eeuwenlange onderdrukking en uitbuiting met als sluitstuk een wrede koloniale oorlog eiste Nederland van Indonesië de overname van de Nederlands-Indische schuldenlast. Dit resulteerde in de terugbetaling van ongeveer 4 miljard gulden. De Nederlandse staat heeft de morele plicht om dit bedrag (doorgerekend naar de huidige maatstaven) op een verantwoorde en behapbare wijze aan Indonesië terug te betalen.

• Overzeese koninkrijksdelen.
NIDA staat voor een gelijkwaardige relatie met de overzeese eilanden van het Nederlands koninkrijk. De autonomie en het zelfbestuur van de eilanden dienen gerespecteerd te worden. De bevolking dient in alles zelf te beslissen over het bestuur van de eilanden.

• Dekolonisering van de wereld.
Alle restanten van kolonialisme en neokoloniale verhoudingen in de wereld dienen we vanuit landelijk, Europees en VN-verband inzichtelijk te maken, zowel in de verhouding tussen landen onderling als in de relatie tussen multinationals en landen. Alle daaruit voortvloeiende onrechtvaardigheden, zoals immense en onrechtvaardige nationale schulden of wurgcontracten die ten koste gaan van de bevolking, dienen we te herstellen.

Op p. 41 in het partijprogramma lees je de visie van NIDA op Corona. Daarin richten we ons vooral op de lessen van Corona (de eenheid van alle mensen wereldwijd; de kwetsbaarheid van het leven, de economie en samenleving; belang van harmonie tussen mens, natuur en dier) voor de toekomst en de sociale en duurzame hervorming die de samenleving nodig heeft.

Wat betreft de coronamaatregelen: NIDA is geen voorstander van generieke paardenmiddelen (geen genadeloze lockdown en vaccinatieverplichting), maar voor specifieke maatregelen gericht op bescherming en zorg van kwetsbaren.