Visie NIDA op begroting 2016

Tijdens de Rotterdamse Raad van 8 oktober 2015 heeft Nourdin El Ouali uiteengezet wat de visie is van NIDA op de begroting van 2016. In onderstaande video kun je de bijdrage terugzien. Daaronder kun je de raadsbijdrage terug lezen.

Raadsbijdrage Algemene Beschouwingen m.b.t. de Begroting 2016

Nog geen jaar geleden deelde onze nachtburgemeester Jules Deelder, hier in dit huis, uit de losse pols een prachtig inspirerende visie op onze stad. Een visie die in grote lijnen uit ons hart is gegrepen, niet alleen uit het hart van NIDA, maar uit het hart van menig Rotterdammer. Het is dit Rotterdamse DNA dat NIDA vandaag bij de bespreking van de gemeentebegroting voor Rotterdam in herinnering wil brengen en wil benadrukken.

Dankzij de Rotterdammers
De Rotterdamse ontwerpbegroting die voor ons ligt ademt een optimistische toon. Ook dit optimisme is ons, als optimistische partij, uit het hart gegrepen. De toekomst is aan de Rotterdammers. Met een aantrekkelijke ruimtelijke ontwikkeling van de stad, het licht dat aan het einde van de recessietunnel gloort, zeker als we de Troonrede en Rijksbegroting mogen geloven en vooral de kansen die grotere steden als Rotterdam krijgen op demografisch, economisch en sociaal gebied, maken menig concurrent jaloers. Onze scholen krimpen niet, onze bevolking vergrijst niet en mede hierdoor weten investeerders Rotterdam te vinden. Onze citybranding, met onze burgemeester voorop, doet het wereldwijd goed. Rotterdam is een zeer aantrekkelijke stad in het land. Volgens Jules Deelder ondanks het stadsbestuur en vooral dankzij de Rotterdammers, zeker waar, maar ook het stadsbestuur, heeft hierin een aandeel. Hoewel voorzitter, politiek gezien is dit minder relevant. Politiek gezien gaat het immers vooral om de vraag wie draagt de lasten als het slecht gaat en wie plukt de vruchten als het beter gaat. Daar gaat de politiek over en daar gaan wat mij betreft ook deze algemene beschouwingen over. Hierin onderscheidt zich de droom van de daad. Hierin onderscheidt zich beleid van uitvoering. Kortom, we zijn er nog lang niet.

College versterkt Mattheuseffect
Wij mogen niet wegkijken van de slechte lijstjes die Rotterdam aanvoert en de grote uitdagingen die hiermee gepaard gaan. Denk aan de werkloosheid vooral ook onder jongeren, de toegenomen armoede en de groeiende kloof in onze stad tussen menig Rotterdammer. Wat is de zingeving van angst zaaien voor vluchtelingen mede op basis van de heersende islamofobie? Het is in ieder geval een goede afleiding van de groeiende problemen veroorzaakt door een falend beleid op punten als armoedebestrijding, woongelegenheid en werkgelegenheid. Dit zijn zorgelijke ontwikkelingen. De reactie van het college hierop is: nog meer bezuinigen op armoedebeleid en het versterken van het Mattheuseffect door enkel oog te hebben voor de rijkere Rotterdammers. Hiervoor investeren zij bijvoorbeeld in bakfietswijken, het weren van armen uit de binnenstad en het beperken van het aantal huurwoningen. Dit college voert ronduit een uitsluitingsbeleid, hetgeen de kloof vergroot tussen arm en rijk en dat is onze stad onwaardig. ‘Rotterdam is veels te echt’ …voor deze onzin. Om in de woorden van Deelder te spreken.

Dit college wil vooral investeren in gebouwen en beton, zo voeren wij nog de discussie over het depot en wellicht een nieuwe Kuip. Dit soort besluiten wringen met de werkelijkheid. Een werkelijkheid die bestaat uit het feit dat een groeiend aantal gezinnen met kinderen leeft onder de armoedegrens en afhankelijk is van voedselbanken.

Rotterdammers: één familie
In onze stad spreken 620 duizend Rotterdammers meer dan 100 talen, beschouwen de ganse wereld als hun vaderland, geloven en betwijfelen samen alles tussen hemel en aarde en vormen samen één gemeenschap, één familie. Rotterdammers lopen hierin voorop en willen vooruit. Het college staat stil of gaat het liefst terug in de tijd. Waar een BOOR als scholenkoepel voorop durft te lopen in iets als de zwarte pieten kwestie, duikt dit college weg. Ondertussen wordt dit college veroordeeld voor discriminatie, en ontbreekt het aan het lef om sorry te zeggen aan de Rotterdammers die hier de dupe van zijn geworden. Dit heeft het vertrouwen van Rotterdammers in dit college ernstig geschaad. Hoe wint het college dit vertrouwen terug? Hoe dicht het college deze kloof, tussen zichzelf en de Rotterdammer? Dit college moet Rotterdammers leren zien als één familie, waar ook zijzelf een onderdeel van uitmaakt, zoals NIDA dit jaar met haar Stadsgenota uiteen heeft gezet. Ik zou zeggen, lees onze Stadsgenota er nog eens goed op na en laat je inspireren.

Communicatie op maat
De kloof tussen dit college en vele Rotterdammers is funest voor de uitvoering van nota’s als Veilig Thuis, Openbare geestelijke gezondheidszorg, WMO, Langer Thuis, Alcohol en Drugs, Stevige Start en Risicojeugd. Wij roepen het college op om bij de uitvoering rekening te houden met communicatie op maat, gericht op diverse doelgroepen. Dit is nog te vaak een zorgkindje waardoor mensen verstoken blijven van iets als zorg, waardoor voorzieningen onbenut blijven. Want laten we vooral niet vergeten dat we midden in een decentralisatieproces zitten dat zijn weerga niet kent, dat bijna twee derde van de bevolking raakt, per definitie de kwetsbaren in ons midden, zoals jong, oud, ziek of zonder werk. Denk onder andere aan de urgente zorgen waar de gemeentelijke ombudsman het college het afgelopen jaar in dit verband op wijst.

De zorgen van de ombudsman tonen aan dat dit collegebeleid op een aantal terreinen haaks staat op het door de nachtburgemeester benadrukte belang van eensgezindheid en solidariteit. Dit zien we ook als we kijken naar de inzet en de ambitie van het college om een bijdrage te leveren aan het vluchtelingenprobleem. Zo kan een grote stad zich soms dorps en ambitieloos tonen. Hoewel, menig dorp blijkt tot meer in staat. Alle krachtige slogans en mantra’s ten spijt, een vrijwel voltallige gemeenteraad was er voor nodig om het college in beweging te krijgen. Ronduit pijnlijk.

Diversiteit in cultuursector
Voorzitter, in de conceptbegroting lezen wij: Het college stimuleert het culturele en sportieve klimaat en vergroot de participatie van Rotterdammers op deze terreinen. Voorzitter, en toch is er een wereld van verschil tussen die twee. Op sportief gebied is het DNA van de stad in al zijn diversiteit perfect zichtbaar, terwijl dat in de culturele sector volstrekt afwezig is. De cultuursector in Rotterdam is gewoon te blank. Het contrast kan niet groter en om deze twee sectoren in één adem te noemen is op dit punt verwarrend. Wij zullen hier in het cultuurplan nog over komen te spreken.

Durf en ambitie
Dan de duurzaamheidsambities van het college. NIDA is van mening dat duurzaamheid alleen dan gediend is wanneer zoveel mogelijk Rotterdammers meedoen. Deze voltallige participatie hieraan wordt tegengewerkt als het college, zoals afgelopen vrijdag, heel demonstratief met een apparaat op de Erasmusbrug staat om automobilisten uit het armere Zuid te vertellen of ze wel of niet in het rijke Noord mogen rijden. Typisch geval van verkeerde plaats op het verkeerde moment. De Erasmusbrug markeert nu eenmaal de grens tussen Noord en Zuid en bovendien: wat zeggen die kentekens nu eigenlijk twee weken na het debacle met Volkswagen? Stel de juiste prioriteiten in het duurzaamheidsbeleid en durf ambitieus te zijn. Zowel de prioriteiten als de ambitie laten nog veel te wensen over.

Bruggen slaan
Voorzitter, we zijn benieuwd naar de reactie van dit college op deze punten. Mede afhankelijk daarvan zullen we in de commissies verschillende moties indienen met het doel dit college beter te laten investeren in de Rotterdammers zelf, en wat minder in populariteit bij buitenstaanders. En in plaats van het vergroten van de kloven en het wegnemen van de solidariteit tussen arm en rijk, werkend en werkloos, ziek en gezond, jong en oud, noord en zuid, dienen we tussen al deze Rotterdammers bruggen te slaan. Want, zegt onze nachtburgemeester: het lot dat we delen, deze stad, laat niemand alleen.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief