De Rotterdamse Rechtbank veroordeelde de Gemeente Rotterdam vorig jaar voor discriminatie in haar aanpak van bijstandsfraude. Het Rotterdams college van Burgemeester en Wethouders legde zich er niet bij neer en ging met steun van een raadsmeerderheid in Hoger Beroep, ondanks protest van NIDA, SP, GL en PvdD. Afgelopen week bevestigde de Centrale Raad van Beroep de eerdere veroordeling van de rechtbank. NIDA eist opnieuw schulderkenning en excuses van wethouder Struijvenberg.
Rot toch op!
Donderdag 23 april debatteert de Rotterdamse gemeenteraad over veroordeling van het discriminerende beleid door nu ook de Centrale Raad van Beroep. “Als ons stadsbestuur na overtreding van de grondwet en het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens niet in staat is schuld te erkennen en excuses te maken, wat zijn haar woorden dan nog waard, als morgen de burgemeester of wethouder weer met opgeheven vingertje door de stad tourt en denkt de Rotterdammers de les te kunnen lezen over gedeeld normbesef?” aldus Nourdin el Ouali (NIDA).
Rechter: discriminatie en ontoelaatbare handelingen
“Discriminatoir en in strijd met het EVRM”, zo luidde het vonnis van de meervoudige kamer van de Rotterdamse rechtbank. Daarbij zijn verklaringen verkregen “op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik hiervan onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht.”
Raadsmeerderheid steunde wethouder in Hoger Beroep
Met steun van een raadsmeerderheid koos wethouder Struijvenberg er vorig jaar voor om geen fout te erkennen, geen excuses te maken, zich er niet bij neer te leggen en hiertegen in hoger beroep te gaan, ondanks protest van NIDA Rotterdam, SP, GL en PvdD (raadsvergadering 5 juni 2014). Partijen als de PvdA en D66 verkeerden in dubio omdat hun eigen wethouders in de vorige raadsperiode verantwoordelijk zijn voor het veroordeelde beleid en steunde uiteindelijk de wethouder in Hoger Beroep.
Opnieuw eis om schulderkenning en excuses na bevestiging Hoger Beroep
Inmiddels heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2015 de aangevallen uitspraak bevestigd en is de werkwijze van de gemeente ook in Hoger Beroep veroordeeld. Daarbij is de gemeente veroordeeld tot betaling van griffierecht en de kosten van betrokkenen in hoger beroep. Opnieuw eist NIDA met steun van de oppositiepartijen SP, GL en PvdD van het Rotterdams college de gerechtelijke uitspraak, nu ook bevestigd door de Centrale Raad van Beroep, te respecteren, schuld te erkennen, excuses te maken en dit type beleid af te zweren en bij twijfel vooraf te toetsen aan de grondwet.