Rotterdam | 18 februari 2015
Beledigingen, scheldpartijen en mishandeling. Uit het dinsdag verschenen rapport ‘Moslimdiscriminatie in het voortgezet onderwijs’, blijkt dat bijna twee op de drie docenten vorig jaar getuige is geweest van moslimdiscriminatie in de klas. “Daarmee komt moslimdiscriminatie vaker voor dan antisemitisme of discriminatie van christenen,” melden de onderzoekers. In opdracht van de Anne Frank Stichting en FORUM hield onderzoeksbureau Panteia hiervoor een enquête onder 498 docenten in het voortgezet onderwijs in de vakken geschiedenis, maatschappijleer en godsdienst. Het rapport is een vervolg op het onderzoek dat in 2013 werd gedaan naar antisemitisme op scholen.
“Deze vormen van discriminatie verdienen als het aan NIDA ligt een keiharde aanpak middels, jawel: interreligieus begrip!” aldus NIDA voorman Nourdin El Ouali. “In dit kader bezoeken enkele scholen in Rotterdam dan ook een diversiteit aan gebedshuizen in onze stad. NIDA is ervan overtuigd dan we als stad van compassie hier veel meer op moet inzetten. Dit doen we nog te weinig.”
El Ouali pleit bij onderwijswethouder De Jonge om op alle mogelijke manieren schoolprojecten gericht op interreligieuze dialoog en begrip te stimuleren en faciliteren. El Ouali onderschrijft hierbij de uitspraak van burgemeester Aboutaleb bij de dialoogbijeenkomst in de Essalam moskee op Zuid, 24 januari jl.: “Misschien is onze grootste vijand wel het feit dat we elkaar te weinig kennen.”
Lees de schriftelijke vragen die NIDA stelt hier terug.