NIDA over Bed, Bad en Brood

vluchten

N.a.v. het beschamende kabinetsakkoord over de Bed Bad en Brood-regeling debatteerde de gemeenteraad over de gevolgen hiervan voor Rotterdam, die als één van de weinige steden van Nederland uitgeprocedeerde asielzoekers mag opvangen (onder allerlei beperkende voorwaarden). Hieronder de visie van NIDA hierop, tevens de bijdrage van raadslid Aydin Peksert in het raadsdebat.

Voorzitter,
Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen.
In onze wereldwijde diversiteit vinden we elkaar in de overtuiging dat we als mensen uiteindelijk één familie zijn, vroeg of laat komen onze familiestambomen samen.
Daarbij hebben wij met elkaar voor ons allemaal een aantal minimale mensenrechten en verantwoordelijkheden vastgelegd. Deze dienen we voor onszelf en voor elkaar te waarborgen.

Voorzitter,
Juist ook in Rotterdam, juist als Rotterdammers, waar we met onze wereldhaven zoveel van onze ontwikkeling te danken hebben aan de rest van de wereld, dienen we des te meer hierin onze verantwoordelijkheid te nemen.
Het organiseren van een Bed, Bad en Brood voorziening voor zogenaamde uitgeprocedeerde asielzoekers is wel de meest minimale verantwoordelijkheid die we hierin moeten nemen.

Voorzitter,
We lijken het weleens te vergeten, maar de mensen waar we het over hebben zijn mensen… mensen zoals jij en ik, van goede wil.
Dit zijn geen criminelen, geen misdadigers, en zelfs hen bieden wij in onze beschaving een bed, bad en brood, meer dan dat zelfs.
Met plaatsvervangende schaamte volgt NIDA dan ook de perikelen rond het Bed Bad en Brood debat in Den Haag. Het doet mij deugd dat wij hier in Rotterdam door het kabinet zijn verkozen tot een van de ‘uitverkoren’ steden in Nederland die deze fundamentele mensenrechten wél mag waarborgen.

Voorzitter, een kleine voetnoot hierbij:
Stel dat we in Rotterdam geen toestemming hadden gekregen voor het organiseren van Bed, Bad en Brood voorzieningen, dan sluit ik niet uit dat we omwille van de menswaardigheid vanuit NIDA de gemeente hadden opgeroepen tot burgerlijke ofwel gemeentelijke ongehoorzaamheid ten aanzien van dit kabinetsbeleid. En voorzitter, mochten we als straf hierop dan door Den Haag worden gekort op het budget voor het huidige integratiebeleid, dan zouden we dat eerder als een meevaller, dan als een tegenvaller meenemen in onze overwegingen.

Voorzitter,
NIDA is van mening dat de opvang van vluchtelingen op Europees en landelijk niveau ernstig tekort schiet. We kunnen hier op gemeenteniveau helaas maar in beperkte mate iets aan doen. Al die Rotterdammers en Rotterdamse instellingen, zoals de Pauluskerk, de Nico Adriaanstichting en het ROS, die hun best doen om desalniettemin enige vorm van humanitaire opvang te bieden aan vluchtelingen, verdienen als het aan NIDA ligt alle waardering en support. Vanuit NIDA daarbij ook onze waardering en steun aan onze burgemeester om de Bed Bad en Brood voorzieningen op een zo goed mogelijke manier te organiseren, vandaar dat NIDA de motie Koester Rotterdamse aanpak Bed Bad en Brood mede indient.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief