NIDA stelt schriftelijke vragen over Zwarte Piet

zwarte piet peper

Persbericht

Rotterdam, 12 juni 2014

Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed deed onderzoek naar voor- en tegenstanders van de huidige verschijning en rol van Zwarte Piet en presenteerde deze week de uitkomsten hiervan als aanzet tot verdere maatschappelijke dialoog hierover.

NIDA vindt, samen met de werkgroep Mensenrechten van de VN, het van belang dat ook de politiek zich mengt in de maatschappelijke discussie over Zwarte Piet. NIDA doet vandaag met schriftelijke vragen aan het Rotterdams college over Zwarte Piet hiertoe een eerste aanzet.

“Immers, als de schimmel niet ziek of kwijt is, er onderweg geen pakjes van de boot vallen en de Wegwijs-Piet de weg nog weet, zullen Sinterklaas en Zwarte Piet dit jaar ook Rotterdam bezoeken. Daarbij betaalt de gemeente Rotterdam met gemeenschapsgelden direct, dan wel indirect mee aan de viering hiervan door de feestelijke ontvangst van Sint en Piet in publieke en semipublieke instellingen”, aldus Nourdin el Ouali (NIDA).

Het college van Rotterdam heeft nu vier weken de tijd om antwoorden te formuleren op vragen over bijvoorbeeld de uitspraak van het College van de Rechten van de Mens: “Zwarte Piet is een fenomeen dat een racistisch onderdeel is van deze traditie. Ook al is het niet racistisch bedoeld, het wordt wel als kwetsend ervaren.” Onderschrijft het college van burgemeester en wethouders deze uitspraak? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat het College hiertegen doen?

Onderdeel van de maatschappelijke discussie over Zwarte Piet is het gebrek aan educatie en kennis over ons slavernijverleden. In het coalitieprogramma schrijft het college van Rotterdam met een speciaal onderwijspakket extra aandacht te willen besteden aan de Nederlandse geschiedenis en cultuur. NIDA vraagt of deze aandacht ook uitgaat naar het slavernijverleden? En zo ja, op welke manier?

Schriftelijke vragen 12-06-2014 Zwarte piet

Meld je aan voor onze nieuwsbrief